ECLI:NL:GHSHE:2017:5806

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
21 december 2017
Publicatiedatum
21 december 2017
Zaaknummer
200.163.637_01 & 200.163.638_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huwelijksvermogensrecht en verdeling met uitsluitingsclausule in internationaal verband

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, betreft het een hoger beroep in een huwelijksvermogensrechtelijke kwestie. De zaak is aanhangig gemaakt door de vrouw, appellante in principaal appel, en de man, verweerder in principaal appel. De uitspraak is gedaan op 21 december 2017, met betrekking tot de zaak met de nummers 200.163.637/01 en 200.163.638/01. De onderliggende beschikking dateert van 9 november 2017, waarin partijen de gelegenheid kregen om schriftelijke opmerkingen in te dienen. De vrouw heeft bezwaar gemaakt tegen het verzoek van de man om verlof voor het instellen van beroep in cassatie tegen de tussenbeschikking van 9 november 2017. Het hof heeft zich beraden op dit verzoek en heeft besloten dat het doelmatig is om tussentijds beroep in cassatie open te stellen. De beslissing houdt in dat van de tussenbeschikking van 9 november 2017 tussentijds beroep in cassatie kan worden ingesteld, waarbij verdere beslissingen zijn aangehouden. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken en is van belang voor de toepassing van de uitsluitingsclausule zoals bedoeld in artikel 1:94 lid 2 sub a van het Burgerlijk Wetboek, in combinatie met de relevante artikelen van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.

Uitspraak

GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
Afdeling civiel recht
Uitspraak: 21 december 2017
Zaaknummers: 200.163.637/01 en 200.163.638/01
Zaaknummers eerste aanleg: C/03/176481 / S RK 12-1336
C/03/184281 / FA RK 13-2074
in de zaak in hoger beroep van:
[appellante],
wonende te [woonplaats] ,
appellante in principaal appel,
geïntimeerde in incidenteel appel,
hierna te noemen: de vrouw,
advocaat: mr. S.X.J. Zuidema,
tegen
[verweerder],
wonende te [woonplaats] ,
verweerder in principaal appel,
appellant in incidenteel appel,
hierna te noemen: de man,
advocaat: mr. I.F.H. Nelissen.

16.De beschikking d.d. 9 november 2017

Bij die beschikking zijn partijen in de gelegenheid gesteld om schriftelijke opmerkingen, uitsluitend met het onder 14.6.5. van die beschikking bedoelde doeleinde, aan het hof te zenden.

17.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep

Het hof heeft kennisgenomen van de inhoud van:
- het V8-formulier met bijlage van de advocaat van de man d.d. 20 november 2017;
- het V8-formulier met bijlage van de advocaat van de vrouw d.d. 23 november 2017;
- het V5-formulier van de advocaat van de man d.d. 6 december 2017;
- het V8-formulier met bijlage van de advocaat van de vrouw d.d. 8 december 2017.

18.De verdere beoordeling

18.1.
Bij brief van 20 november 2017, ingediend bij voornoemd V8-formulier van 20 november 2017, heeft de man verzocht verlof te verlenen voor het instellen van beroep in cassatie tegen de (tussen)beschikking van 9 november 2017.
18.2.
Bij brief van 24 november 2017, ingediend bij voornoemd V8-formulier van 23 november 2017, heeft de vrouw bezwaar gemaakt tegen het verzoek van de man.
18.3.
Het hof heeft zich beraden op het verzoek en acht het doelmatig tussentijds beroep in cassatie open te stellen van de tussenbeschikking van 9 november 2017 (art. 426 Rv jo. art. 401a lid 2 Rv).

19.De beslissing

Het hof:
op het principaal en incidenteel appel:
bepaalt dat van de in deze zaak gewezen (tussen)beschikking van 9 november 2017 tussentijds beroep in cassatie kan worden ingesteld;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mrs. G.J. Vossestein, M.J. van Laarhoven en H.J.M. van Arkel-van Gasselt en is in het openbaar uitgesproken op 21 december 2017.