Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
(...)
[nummer 1] TER LDO [belanghebbende] OU MME [naam 6] 71.008,09
3.Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
4.Gronden
f71.011,89 in één keer is gestort en dat het bedrag in de loop der jaren moet zijn opgebouwd. Voorts heeft de Inspecteur gesteld dat belanghebbende het tegoed nagenoeg geheel in een termijndeposito heeft gestort en dat daaruit volgt dat hij het tegoed voor langere tijd heeft willen wegzetten. Verder heeft de Inspecteur gesteld dat de “meewerkers” voor het overgrote deel in de jaren na 1994 nog beschikken over een rekening waardoor de Inspecteur aannemelijk acht dat belanghebbende ook na 1994 nog over de KBL-rekeningen beschikte.
f500.000, van het zichtsaldo per 31 januari 1994 van
f71.011,89 en van de volledige rentevrijstelling voor ongehuwden (
f1.000). Ter zitting van het Hof heeft de Inspecteur verklaard dat bij de correctie over 1995 is verzuimd rekening te houden met de rentevrijstelling en dat die correctie daarom met ƒ 500 moet worden verlaagd tot een bedrag aan na te vorderen IB/PVV van ƒ 2.277.
f)
5.Beslissing
- verklaart het hoger beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak van de Rechtbank in zoverre, behoudens de beslissing inzake de boetebeschikking;
- vernietigt de uitspraken op bezwaar inzake de navorderingsaanslag en de beschikking inzake heffingsrente;
- vermindert de navorderingsaanslag tot een bedrag van € 915;
- vermindert de beschikking inzake heffingsrente dienovereenkomstig.
- verklaart het hoger beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak van de Rechtbank in zoverre, behoudens de beslissing inzake de boetebeschikking;
- vernietigt de uitspraken op bezwaar inzake de navorderingsaanslag en de beschikking inzake heffingsrente;
- vermindert de navorderingsaanslag tot een bedrag van € 1.065;
- vermindert de beschikking inzake heffingsrente dienovereenkomstig.
- verklaart het hoger beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak van de Rechtbank in zoverre, behoudens de beslissing inzake de boetebeschikking;
- vernietigt de uitspraken op bezwaar inzake de navorderingsaanslag en de beschikking inzake heffingsrente;
- vermindert de navorderingsaanslag tot een bedrag van € 953;
- vermindert de beschikking inzake heffingsrente dienovereenkomstig.
- verklaart het hoger beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak van de Rechtbank in zoverre, behoudens de beslissing inzake de boetebeschikking;
- vernietigt de uitspraken op bezwaar inzake de navorderingsaanslag en de beschikking inzake heffingsrente;
- vermindert de navorderingsaanslag tot een bedrag van € 641;
- vermindert de beschikking inzake heffingsrente dienovereenkomstig.
- verklaart het hoger beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak van de Rechtbank in zoverre, behoudens de beslissing inzake de boetebeschikking;
- vernietigt de uitspraken op bezwaar inzake de navorderingsaanslag en de beschikking inzake heffingsrente;
- vermindert de navorderingsaanslag tot een bedrag van € 1.033;
- vermindert de beschikking inzake heffingsrente dienovereenkomstig.