Uitspraak
het Huis van Bewaring ‘De Schie’ te Rotterdam,
verzoeker in eerste aanleg, appellant in hoger beroep,
raadsman: mr. R.F. Nelisse, advocaat te Schiedam,
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 19 augustus 2019 uitspraak gedaan in een wrakingsprocedure. De appellant, geboren in voormalig Zaïre en thans gedetineerd, had een verzoek tot wraking ingediend tegen de rechters van de rechtbank Limburg. Dit verzoek volgde op een eerdere afwijzing van wrakingsverzoeken door de rechtbank. De appellant stelde dat zijn fundamentele rechtsbeginselen waren geschonden en dat het appelverbod, zoals vastgelegd in artikel 515 van het Wetboek van Strafvordering, doorbroken diende te worden. Het hof oordeelde echter dat doorbreking van het appelverbod in strafrechtelijke wrakingszaken niet mogelijk is. De wrakingskamer van de rechtbank had de verzoeken tot wraking afgewezen, en het hof verklaarde de appellant niet-ontvankelijk in zijn hoger beroep tegen deze beslissing. Het hof benadrukte dat de procedure in de hoofdzaak voortgezet zal worden in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van de schorsing van het onderzoek ter terechtzitting. De beslissing werd genomen na een zorgvuldige afweging van de ingediende verzoeken en de argumenten van de advocaat-generaal, die stelde dat het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard diende te worden.