Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
Namens de heffingsambtenaar is [heffingsambtenaar] verschenen.
2.Feiten
3.Geschil en conclusies van partijen
4.Gronden
5.Beslissing
- verklaart het hoger beroep voor de jaren 2018 en 2019 gegrond en voor het jaar 2020 ongegrond;
- vernietigt de uitspraak van de rechtbank, maar uitsluitend voor zover deze de beslissing op het verzoek om vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn in beroep (voor het jaar 2019) en de beslissing omtrent de vergoeding voor proceskosten voor de beroepsprocedure (voor de jaren 2018 en 2019) betreft;
- bevestigt de uitspraak van de rechtbank voor het overige;
- veroordeelt voor het jaar 2018 de Staat in de kosten van het geding bij de rechtbank van belanghebbende van € 627,25;
- veroordeelt de heffingsambtenaar voor het jaar 2019 tot vergoeding van immateriële schade die belanghebbende heeft geleden tot een bedrag van € 500 en de minister eveneens voor € 500;
- veroordeelt voor het jaar 2019 de minister in de kosten van het geding bij de rechtbank van € 313,88;
- veroordeelt voor het jaar 2019 de heffingsambtenaar in de kosten van het geding bij de rechtbank van € 313,88;
- bepaalt dat voor het jaar 2019 de minister aan belanghebbende het betaalde griffierecht voor de behandeling van het beroep bij de rechtbank voor € 24 vergoedt en dat de heffingsambtenaar eveneens € 24 vergoedt;
- bepaalt dat de heffingsambtenaar aan belanghebbende het betaalde griffierecht voor de behandeling van het hoger beroep bij het hof van € 134 vergoedt;
- veroordeelt de heffingsambtenaar in de kosten van het geding bij het hof van € 150.
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie
www.hogeraad.nl).