ECLI:NL:HR:2000:AA9139
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- R. Herrmann
- H.A.M. Aaftink
- A. Hammerstein
- P.C. Kop
- W.H. Heemskerk
- Rechtspraak.nl
Cassatie van Philips International B.V. tegen de Ambtenaar der Gemeente Eindhoven inzake uitstel van betaling van rioolrechten
In deze zaak heeft Philips International B.V. (hierna: Philips) de Ambtenaar der Gemeente Eindhoven (hierna: de Ambtenaar) gedagvaard voor de Rechtbank te 's-Hertogenbosch, waarbij zij verzocht om uitstel van betaling van aanslagen rioolrechten voor de jaren 1994, 1995 en 1996. Philips vorderde dat de Ambtenaar haar algeheel uitstel van betaling zou verlenen totdat de belastingkamer van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch zou hebben beslist op de door Philips ingestelde beroepen. De Rechtbank verklaarde Philips echter niet-ontvankelijk in haar vordering. Philips ging in hoger beroep, maar het Gerechtshof bekrachtigde het vonnis van de Rechtbank, met verbetering van gronden. Het Hof oordeelde dat Philips geen gebruik had gemaakt van de door de Ambtenaar aangegeven beroepsmogelijkheid bij het College van Burgemeester en Wethouders.
In cassatie heeft de Hoge Raad de zaak beoordeeld. De Advocaat-Generaal Langemeijer concludeerde tot vernietiging van het arrest van het Gerechtshof en tot verwijzing van de zaak naar een ander Hof. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof had miskend dat er geen beroepsmogelijkheid bestond tegen de beslissing van de Ambtenaar op een verzoek om uitstel van betaling. Dit betekende dat Philips zich, ook zonder gebruik te maken van de door de Ambtenaar aangegeven beroepsmogelijkheid, tot de burgerlijke rechter kon wenden. De Hoge Raad vernietigde het arrest van het Gerechtshof en verwees de zaak voor verdere behandeling terug naar dat Hof. Tevens werd de Ambtenaar veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Philips waren begroot op ƒ 9.594,64 aan verschotten en ƒ 3.500,-- voor salaris.