ECLI:NL:HR:2002:AE3385
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Herrmann
- J.B. Fleers
- H.A.M. Aaftink
- D.H. Beukenhorst
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Huurcontract en achterstallig onderhoud: verplichtingen van partijen
In deze zaak heeft eiser tot cassatie, [eiser], op 19 oktober 1993 verweerders in cassatie, [verweerder] c.s., gedagvaard voor de Kantonrechter te 's-Hertogenbosch. De vorderingen van [verweerder] c.s. in reconventie waren gericht op het verkrijgen van een schriftelijk huurcontract en het betalen van achterstallig onderhoud. De Kantonrechter heeft op 19 februari 1998 de vorderingen van [eiser] afgewezen en [verweerder] c.s. niet-ontvankelijk verklaard in hun vordering. Hierop heeft [eiser] hoger beroep ingesteld bij de Rechtbank te 's-Hertogenbosch, waar [verweerder] c.s. incidenteel hoger beroep hebben ingesteld. De Rechtbank heeft in haar tussenvonnis van 17 maart 2000 [verweerder] c.s. tot bewijslevering toegelaten en in het eindvonnis van 7 juli 2000 [eiser] niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep tegen eerdere vonnissen van de Kantonrechter. De Rechtbank heeft [verweerder] c.s. veroordeeld tot betaling aan [eiser] van ƒ 16.104,55 en in reconventie [eiser] veroordeeld tot betaling van ƒ 10.220,71 aan [verweerder] c.s.
Tegen deze vonnissen heeft [eiser] cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de Rechtbank terecht heeft vastgesteld dat [eiser] voor de helft moet bijdragen in de herstelkosten van de elektrische installatie, conform de tussen partijen gesloten overeenkomst. De Hoge Raad heeft het beroep van [eiser] verworpen en hem in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld. De uitspraak van de Hoge Raad is gedaan op 20 september 2002, waarbij de vice-president R. Herrmann als voorzitter fungeerde, samen met de raadsheren J.B. Fleers, H.A.M. Aaftink, D.H. Beukenhorst en A. Hammerstein.