ECLI:NL:HR:2004:AO1239
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- J.B. Fleers
- H.A.M. Aaftink
- D.H. Beukenhorst
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid bij ongeval tijdens midgetgolfspel
In deze zaak gaat het om een ongeval dat plaatsvond op 2 augustus 1998 tijdens een midgetgolfspel, waarbij eiser, een man geboren in 1980, en verweerster, een vrouw geboren in 1982, betrokken waren. Eiser heeft verweerster gedagvaard voor de rechtbank te 's-Hertogenbosch, waarbij hij schadevergoeding eiste voor immateriële en materiële schade als gevolg van het ongeval. De rechtbank heeft de vordering grotendeels toegewezen, maar het gerechtshof te 's-Hertogenbosch heeft het eindvonnis van de rechtbank vernietigd en de vordering afgewezen. Eiser heeft vervolgens cassatie ingesteld bij de Hoge Raad.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat het ongeval zich heeft voorgedaan binnen een spelsituatie. De Hoge Raad oordeelt dat de gedragingen van verweerster, die de golfstick hoger uitsloeg dan nodig was om het balletje te slaan, niet als onrechtmatig kunnen worden aangemerkt. De Hoge Raad bevestigt dat in een sport- of spelsituatie de deelnemers in redelijkheid gevaarlijke en onzorgvuldige handelingen van elkaar kunnen verwachten. Het hof had terecht geoordeeld dat de gedragingen van verweerster niet buiten de normale beoefening van het spel vielen en dat er geen sprake was van grove onzorgvuldigheid.
Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep van eiser en veroordeelt hem in de kosten van het geding in cassatie. Dit arrest benadrukt de juridische nuances van aansprakelijkheid in sport- en spelsituaties, waarbij de context van de handelingen van de deelnemers van groot belang is voor de beoordeling van onrechtmatigheid.