ECLI:NL:HR:2006:AV4484
Hoge Raad
- Cassatie
- O. de Savornin Lohman
- E.J. Numann
- J.C. van Oven
- W.A.M. van Schendel
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van de schuldsaneringsregeling en ontneming van de schone lei
In deze zaak gaat het om de beëindiging van de schuldsaneringsregeling van de schuldenaar, die op 4 september 2001 door de rechtbank te Almelo was uitgesproken. De rechtbank benoemde een rechter-commissaris en een bewindvoerder. Tijdens de uitvoering van de regeling werd de bewindvoerder, R.G.J.M. Konink, aangesteld. Op 14 september 2004 heeft de rechtbank vastgesteld dat de schuldenaar niet voldeed aan zijn verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling, waarna de regeling met verlening van een schone lei werd beëindigd. De bewindvoerder verzocht op 12 november 2004 om de schone lei in te trekken, wat ook door de rechter-commissaris werd ondersteund. Na een mondelinge behandeling op 14 december 2004, heeft de rechtbank op 4 januari 2005 het verzoek van de bewindvoerder toegewezen en de schuldenaar de schone lei ontnomen. De schuldenaar ging in hoger beroep bij het gerechtshof te Arnhem, dat op 31 maart 2005 het vonnis van de rechtbank bekrachtigde. Hierop heeft de schuldenaar cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 2 juni 2006 geoordeeld dat de klachten van de schuldenaar niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad verwerpt het beroep, zonder nadere motivering, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.