ECLI:NL:HR:2006:AY8985
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- J.P. Balkema
- B.C. de Savornin Lohman
- W.A.M. van Schendel
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Cassatie over vrijspraak in belastingfraudezaak rondom transfer van voetballer
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 19 december 2006 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De zaak betreft de vrijspraak van de verdachte, een rechtsopvolger van de gedagvaarde Stichting, in verband met de transfer van de voetballer [betrokkene 1] van de Belgische club [A] naar de verdachte in juni 1995. Het openbaar ministerie had de verdachte beschuldigd van belastingfraude door het opzettelijk onjuist of onvolledig doen van aangiften loonbelasting en het voorhanden hebben van valse bescheiden. De Hoge Raad oordeelde dat in cassatie niet kan worden getoetst of de feitenrechter terecht tot vrijspraak is gekomen, omdat de feitenrechter de bevoegdheid heeft om de selectie en waardering van het bewijsmateriaal te maken. De Hoge Raad bevestigde dat de nadere motivering van de vrijspraak niet onbegrijpelijk is, ook al kan het beschikbare bewijsmateriaal een andere beslissing toelaten. De Hoge Raad verklaarde de verdachte niet-ontvankelijk in het incidentele beroep, omdat het middel in het principale cassatieberoep niet tot cassatie kon leiden. De uitspraak van het Hof werd daarmee bekrachtigd.