ECLI:NL:HR:2007:AX2154
Hoge Raad
- Cassatie
- J.W. van den Berge
- L. Monné
- C.J.J. van Maanen
- C.A. Streefkerk
- C. Schaap
- Rechtspraak.nl
Reclamebelasting en openbare aankondigingen in de gemeente Rotterdam
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De zaak betreft zes aanslagen in de reclamebelasting die zijn opgelegd aan belanghebbende, een bedrijf dat zich bezighoudt met bliksembeveiliging en ontstoringstechniek. De aanslagen zijn opgelegd voor een muurschildering die op de zijmuur van het bedrijfspand is aangebracht, zichtbaar vanaf de openbare weg. De muurschildering, die een artistiek ontwerp bevat, werd aangebracht in het kader van een stedelijk project gericht op het verbeteren van het industrieterrein.
Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de aanslagen, maar de directeur Gemeentebelastingen Rotterdam heeft deze gehandhaafd. Vervolgens heeft belanghebbende beroep ingesteld bij het Hof, dat het beroep gegrond verklaarde en de aanslag met € 992,14 heeft verminderd. Het College heeft hiertegen cassatie ingesteld, waarbij de Advocaat-Generaal heeft geconcludeerd tot gegrondverklaring van het beroep.
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat het Hof een onjuiste rechtsopvatting heeft gehanteerd door te stellen dat de muurschildering geen openbare aankondiging is. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de muurschildering, ondanks het artistieke karakter, wel degelijk kan worden aangemerkt als een tot het publiek gerichte mededeling die erop is gericht de belangstelling van het publiek te trekken. De uitspraak van het Hof is vernietigd, en de zaak is verwezen naar het Gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling en beslissing.