ECLI:NL:HR:2009:BJ1248
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- J.C. van Oven
- W.A.M. van Schendel
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van proceskostenveroordeling in incidenteel hoger beroep
In deze zaak heeft de Vereniging tot Behoud van de Hogeschool voor Economische Studies (hierna: de Vereniging) cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te Amsterdam. De Vereniging had eerder bij de rechtbank te Amsterdam gevorderd dat de fusie tussen de Hogeschool voor Economische Studies Amsterdam (HES) en de Hogeschool van Amsterdam (HvA) vernietigbaar zou worden verklaard. De rechtbank heeft deze vordering op 12 april 2006 afgewezen. De Vereniging heeft vervolgens hoger beroep ingesteld, waarop HvA incidenteel hoger beroep heeft ingesteld. Het hof heeft op 10 mei 2007 het vonnis van de rechtbank bekrachtigd. Tegen dit arrest heeft de Vereniging cassatie ingesteld, terwijl HvA (deels voorwaardelijk) incidenteel cassatieberoep heeft ingesteld. De Hoge Raad heeft in deze uitspraak geoordeeld dat de klachten van de Vereniging niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad heeft de verwerping van de in eerste aanleg gevoerde verweren die in de vorm van een incidenteel hoger beroep aan het hof zijn voorgelegd, bevestigd. Dit leidt er echter toe dat HvA niet kan worden veroordeeld in de kosten van het incidentele appel. De Hoge Raad heeft het arrest van het hof vernietigd voor zover HvA daarin is veroordeeld in de proceskosten van het incidentele appel en heeft de kosten van het geding in cassatie gecompenseerd, waarbij iedere partij haar eigen kosten draagt. De uitspraak is gedaan door de vice-president en een aantal raadsheren van de Hoge Raad, en is openbaar uitgesproken op 25 september 2009.