ECLI:NL:HR:2009:BK1045
Hoge Raad
- Cassatie
- J.W. van den Berge
- C. Schaap
- J.W.M. Tijnagel
- A.H.T. Heisterkamp
- M.W.C. Feteris
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de verkrijging van economische eigendom en overdrachtsbelasting
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 december 2009 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de verkrijging van economische eigendom van een onroerende zaak en de daarover verschuldigde overdrachtsbelasting. De belanghebbende, die voor 19/20ste deel eigenaar was van een perceel grond, had op aangifte een bedrag van € 46.155 aan overdrachtsbelasting voldaan. Na afwijzing van zijn verzoek om gedeeltelijke teruggaaf door de Inspecteur, heeft de belanghebbende beroep ingesteld bij de Rechtbank, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft de belanghebbende cassatie ingesteld.
De Hoge Raad heeft de conclusie van de Advocaat-Generaal P.J. Wattel gevolgd, die op 29 september 2009 had geconcludeerd tot gegrondverklaring van het beroep in cassatie. De Hoge Raad oordeelde dat de Rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat overdrachtsbelasting verschuldigd was over de waarde van 19/20ste deel van de opstal. De Hoge Raad stelde vast dat de tekst van artikel 2 van de Wet op belastingen van rechtsverkeer en het systeem van die wet niet toelaten dat een verkrijging van een samenstel van rechten en verplichtingen met betrekking tot een bestanddeel van een onroerende zaak wordt aangemerkt als de verkrijging van de economische eigendom van dat bestanddeel.
De Hoge Raad heeft de uitspraak van de Rechtbank vernietigd en het terug te geven bedrag aan overdrachtsbelasting vastgesteld op € 40.043. Tevens heeft de Hoge Raad de Staatssecretaris van Financiën veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie en de Inspecteur in de kosten van het geding voor de Rechtbank. Dit arrest is openbaar uitgesproken en is van belang voor de interpretatie van de wetgeving omtrent overdrachtsbelasting en economische eigendom.