ECLI:NL:HR:2010:BN4768
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- H.A.G. Splinter-van Kan
- W.F. Groos
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de omzetting van een Frans vonnis en de in mindering te brengen tijd in overleveringsdetentie
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 21 september 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een beslissing van de Rechtbank te Breda. De zaak betreft een verzoek van de Republiek Frankrijk tot overname van de tenuitvoerlegging van een rechterlijke beslissing tegen de veroordeelde, die in Nederland in overleveringsdetentie heeft doorgebracht. De veroordeelde, geboren in 1951, was ten tijde van de betekening van de aanzegging gedetineerd in De Zeer Beperkt Beveiligde Inrichting 'De Marstal' te Zeeland. De advocaat van de veroordeelde, mr. B.P. de Boer, heeft middelen van cassatie voorgesteld, waarop de Advocaat-Generaal Vegter heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar uitsluitend voor zover de Rechtbank heeft verzuimd artikel 31, tweede lid, van de Wet Overdracht Tenuitvoerlegging Strafvonnissen (WOTS) toe te passen. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de tijd die de veroordeelde in Nederland in overleveringsdetentie heeft doorgebracht, in mindering moet worden gebracht op de opgelegde gevangenisstraf. De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd en bepaald dat de tijd in overleveringsdetentie bij de uitvoering van de straf in mindering zal worden gebracht. De overige middelen van cassatie zijn verworpen, omdat deze niet tot cassatie konden leiden. De uitspraak van de Hoge Raad benadrukt het belang van de correcte toepassing van de WOTS en de rechten van de veroordeelde met betrekking tot de tijd die in detentie is doorgebracht.