ECLI:NL:HR:2012:BV0250
Hoge Raad
- Cassatie
- J.W. van den Berge
- C. Schaap
- A.H.T. Heisterkamp
- M.W.C. Feteris
- R.J. Koopman
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van aanslag onroerendezaakbelastingen wegens gebrek aan gebruik van bouwgrond
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 6 januari 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een aanslag in de onroerendezaakbelastingen van de gemeente Middelburg. De belanghebbende, X B.V., had voor het jaar 2008 een aanslag ontvangen wegens het gebruik van een onroerende zaak aan de a-straat 1 te Z. Na bezwaar tegen de aanslag, handhaafde de heffingsambtenaar de aanslag. De Rechtbank te Middelburg verklaarde het beroep ongegrond, waarna het Hof de uitspraak van de Rechtbank bevestigde. Hierop heeft belanghebbende cassatie ingesteld.
De Hoge Raad oordeelde dat de eerdere uitspraken niet in stand konden blijven. De kern van de zaak was of belanghebbende de onroerende zaak op 1 januari 2008 gebruikte in de zin van artikel 220, aanhef en letter a, van de Gemeentewet. De Hoge Raad concludeerde dat er geen sprake was van gebruik, aangezien er op dat moment nog geen bouwactiviteiten hadden plaatsgevonden en de belanghebbende enkel in afwachting was van de benodigde vergunningen. De enkele omstandigheid dat de onroerende zaak ter beschikking stond, was onvoldoende om als gebruiker te worden aangemerkt.
De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie gegrond, vernietigde de uitspraken van het Hof en de Rechtbank, en vernietigde de aanslag. Tevens werd het College veroordeeld tot vergoeding van griffierechten en proceskosten aan de belanghebbende. Dit arrest benadrukt de noodzaak van daadwerkelijke gebruiksactiviteiten voor de toepassing van de onroerendezaakbelastingen.