ECLI:NL:HR:2012:BV9108
Hoge Raad
- Cassatie
- W.A.M. van Schendel
- H.A.G. Splinter-van Kan
- W.F. Groos
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van het cassatieberoep wegens gebrek aan schriftelijke volmacht
In deze zaak gaat het om de ontvankelijkheid van een cassatieberoep ingesteld door een verdachte tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De verdachte, geboren in 1935, had beroep in cassatie ingesteld via zijn advocaat, mr. S. Schuurman. De Hoge Raad beoordeelt of de schriftelijke volmacht van de advocaat aan de griffiemedewerker voldoet aan de eisen die zijn gesteld in eerdere rechtspraak, met name HR LJN BJ7810. De advocaat had een faxbericht gestuurd waarin hij de griffie machtigde om cassatie in te stellen, maar dit bericht bevatte niet de expliciete verklaring dat hij door de verdachte was gevolmachtigd om het beroep in cassatie in te stellen. Dit gebrek aan een duidelijke volmacht leidt de Hoge Raad tot de conclusie dat de verdachte niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn cassatieberoep. De Hoge Raad oordeelt dat de schriftelijke volmacht aan de griffiemedewerker niet voldoet aan de vereisten, waardoor de verdachte niet in het cassatieberoep kan worden ontvangen. De uitspraak werd gedaan op 3 april 2012 door de vice-president en twee raadsheren, en de zaak is geregistreerd onder nummer 10/04145.