2.2.2. Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
"1. een proces-verbaal van aangifte met nummer PL2540 2009088833-1, d.d. 7 december 2009 in de wettelijke vorm opgemaakt door de opsporingsambtenaar [verbalisant 1], - zakelijk weergegeven - inhoudende:
als verklaring van aangeefster [het slachtoffer]:
Op 6 december 2009 werd in Almere geweld tegen mij gepleegd. Ik wens aangifte te doen tegen een persoon met de voornaam [verdachte], een blanke jongen van ongeveer 17 jaar oud. In de nacht van zaterdag op zondag (het hof begrijpt: van 5 op 6 december 2009) was ik uit in Almere. Ik kwam [betrokkene 1], [betrokkene 2] en [verdachte] tegen.
Ik heb een vuistslag gekregen en kwam kennelijk knock-out op de grond te vallen. Ik voel nu pijn op mijn gelaatsstreek. Ik ben voor het door mij opgelopen letsel in het Flevoziekenhuis behandeld. Een MRI-scan heeft uitgewezen dat mijn linker oogkas een breuk heeft opgelopen ten gevolge van het op mijn gelaat toegepaste geweld.
2. een schriftelijk stuk, te weten een 'aanvraag medische informatie', voorzien van proces-verbaalnummer 2009088833-1, gedateerd op 10 december 2009, waarop (onder het kopje "Geneeskundige verklaring") is ingevuld:
Medische informatie betreffende: [het slachtoffer]
Omschrijving van het letsel: niet zichtbaar letsel: breuk van het bot, oogkas linker oog
3. een proces-verbaal van verhoor getuige met nummer PL2542 2009088833-31, d.d. 9 december 2009 in de wettelijke vorm opgemaakt door de opsporingsambtenaar [verbalisant 3], - zakelijk weergegeven - inhoudende:
als verklaring van [betrokkene 3]:
Op 6 december 2009 om ongeveer 03:15 uur hoorde ik buiten bij mij in de straat, de [a-straat] te Almere, geschreeuw. Ik hoorde een meisje schreeuwen. Ik zag dat het meisje en een jongen aan elkaar begonnen te duwen en trekken. Ik zag dat de jongen een slaande beweging maakte met zijn vuist in de richting van het hoofd van het meisje. Nog geen tel later zag ik dat het meisje op de grond lag en ik zag dat de jongen over haar heen zat. Ik zag toen dat de jongen weer een slaande beweging maakte met zijn rechtervuist in de richting van het gezicht van het meisje.
4. een proces-verbaal van verhoor getuige met nummer PL2540 2009088833-34, d.d. 15 december 2009 in de wettelijke vorm opgemaakt door de opsporingsambtenaar [verbalisant 1], - zakelijk weergegeven - inhoudende:
als verklaring van [betrokkene 1]:
Ik heb begrepen dat u mij nader wilt verhoren in verband met het incident waarbij [het slachtoffer] als slachtoffer is betrokken geweest.
Ik zag tijdens de schermutselingen tussen [het slachtoffer] en mij dat [verdachte] oog in oog tegenover [het slachtoffer] kwam te staan en dat zij vervolgens met elkaar gingen worstelen. Ik zag toen dat [het slachtoffer] op de grond lag en dat [verdachte] over haar heen stond. Ik zag dat [verdachte] zijn tot vuist gebalde rechterhand naar de gelaatstreek van [het slachtoffer] uithaalde. Ik zag dat [verdachte] dit kennelijk opzettelijk en met kracht deed.
5. een proces-verbaal van verhoor verdachte met nummer PL2541 2009088833-20, d.d. 6 december 2009 in de wettelijke vorm opgemaakt door de opsporingsambtenaar [verbalisant 2], - zakelijk weergegeven - inhoudende:
als verklaring van [betrokkene 2]:
Op 6 december 2009 omstreeks 23:00 uur ben ik samen met [betrokkene 1] en [verdachte] de [A] in Almere binnengegaan. Later kwam [het slachtoffer] binnen. Op een gegeven moment zijn [het slachtoffer] en ik naar buiten gegaan en daar zagen wij [betrokkene 1] en [verdachte]. Ik heb [betrokkene 1] meegenomen naar de overkant van de straat. [Verdachte] is toen bij [het slachtoffer] gebleven. Even later zag ik dat [het slachtoffer] achter [verdachte] aanrende en dat zij beiden bij ons kwamen.
6. een proces-verbaal van verhoor getuige met nummer PL2541 2009088833-204, d.d. 17 december 2009 in de wettelijke vorm opgemaakt door de opsporingsambtenaar [verbalisant 1], - zakelijk weergegeven - inhoudende:
als verklaring van [betrokkene 2]:
[Verdachte] vertelde mij ook dat hij het zielig vond dat hij [het slachtoffer] had geslagen.
7. De verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van het hof op 6 september 2011 - zakelijk weergegeven - onder meer inhoudende:
Op 6 december 2010 was ik in Almere aan het stappen met [betrokkene 1], [betrokkene 2] en [het slachtoffer]. Na ons vertrek is er geduwd tussen [het slachtoffer] en mij. Ik liep weg en zij kwam achter mij aan. Toen is er op het hoekje een en ander gebeurd. Het klopt dat ik op enig moment boven [het slachtoffer] heb gestaan. Ik heb [betrokkene 2] na die tijd nog gebeld."