ECLI:NL:HR:2013:BY8279
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Partneralimentatie en wijziging van alimentatieplicht in faillissementssituatie
In deze zaak gaat het om een verzoek tot wijziging van de partneralimentatie in het kader van een faillissement. De man, die in 1985 met de vrouw was gehuwd, had in een eerdere beschikking van de rechtbank Haarlem een alimentatieplicht van € 540,-- per maand vastgesteld gekregen. Na de echtscheiding, die op 9 november 2010 werd ingeschreven, werd deze bijdrage door het gerechtshof Amsterdam verhoogd naar € 975,-- per maand. Enkele dagen na deze beschikking vroeg de man zijn eigen faillissement aan, zonder de vrouw hierover te informeren. De vrouw verzocht het hof om de alimentatieplicht van de man op nihil te stellen, omdat hij zijn faillissement onnodig had uitgelokt. Het hof oordeelde dat de man zijn eigen faillissement had uitgelokt en dat de belangen van de vrouw ernstig geschaad werden door het wegvallen van de alimentatie. Het hof weigerde het verzoek van de man om de alimentatie op nihil te stellen, omdat hij nog steeds in staat was om aan zijn verplichtingen te voldoen, en dat hij eerst andere maatregelen had moeten overwegen voordat hij faillissement aanvroeg. De Hoge Raad bevestigde het oordeel van het hof en oordeelde dat de man maatregelen moest nemen om alsnog aan zijn alimentatieplicht te voldoen. De uitspraak benadrukt dat een alimentatieplichtige die zelf een inkomensvermindering heeft veroorzaakt, deze vermindering onder omstandigheden buiten beschouwing kan laten bij het bepalen van zijn draagkracht.