ECLI:NL:HR:2015:1732

Hoge Raad

Datum uitspraak
26 juni 2015
Publicatiedatum
25 juni 2015
Zaaknummer
14/01357
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over de putoptie tot terugkoop van aandelen en bewijswaardering in contractenrecht

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 26 juni 2015 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door [eiser] tegen Cyrte Investments B.V. en [verweerder 2]. De zaak betreft een geschil over de putoptie tot terugkoop van aandelen tegen kostprijs, waarbij de vraag centraal staat of deze overeenkomstig de contractuele bepalingen is uitgevoerd. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen en arresten die in de feitelijke instanties zijn gewezen, waaronder vonnissen van de rechtbank Amsterdam en arresten van het gerechtshof Amsterdam. De Hoge Raad heeft de klachten van [eiser] in het cassatiemiddel beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten geen nadere motivering behoeven, omdat zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep van [eiser] verworpen en hem veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 6.467,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.

Uitspraak

26 juni 2015
Eerste Kamer
nr. 14/01357
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[eiser],
wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. F.E. Vermeulen,
t e g e n
1. CYRTE INVESTMENTS B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
2. [verweerder 2],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDERS in cassatie,
advocaat: mr. M. Ynzonides.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] en Cyrte c.s.

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 428695/HA ZA 09-1659 van de rechtbank Amsterdam van 3 maart 2010, 23 juni 2010 en 6 april 2011;
b. de arresten in de zaak 200.091.226/01 van het gerechtshof Amsterdam van 28 augustus 2012 en 10 december 2013.
De arresten van het hof zijn aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen de arresten van het hof heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Cyrte c.s. hebben geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten en voor Cyrte c.s. mede door mr. B.M.H. Fleuren.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman strekt tot verwerping van het beroep.
De advocaat van [eiser] heeft bij brief van 17 april 2015 op die conclusie gereageerd.

3.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Cyrte c.s. begroot op € 6.467,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president E.J. Numann als voorzitter en de raadsheren C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders en G. de Groot, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op
26 juni 2015.