ECLI:NL:HR:2016:2905

Hoge Raad

Datum uitspraak
20 december 2016
Publicatiedatum
19 december 2016
Zaaknummer
16/01334
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen beschikking inzake beklag en beslag in strafrechtelijke procedure

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een beschikking van de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, van 2 maart 2016, met nummer RK 14/79. Het beroep is ingesteld door de klager, geboren in 1966, die een klaagschrift heeft ingediend op basis van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv). De klager werd vertegenwoordigd door de advocaten J. Kuijper en Th.O.M. Dieben, beiden werkzaam in Amsterdam. De Advocaat-Generaal W.H. Vellinga heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De Hoge Raad heeft het middel van cassatie beoordeeld en geconcludeerd dat het middel niet kan leiden tot cassatie. De Hoge Raad oordeelt dat, gezien artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO), er geen nadere motivering nodig is, omdat het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Dit betekent dat de Hoge Raad de zaak niet verder in behandeling neemt.

Op 20 december 2016 heeft de Hoge Raad het beroep verworpen. De beschikking is gegeven door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, samen met de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en M.J. Borgers. De uitspraak vond plaats ter openbare terechtzitting, in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Schnetz.

Uitspraak

20 december 2016
Strafkamer
nr. S 16/01334 B
KD
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, van 2 maart 2016, nummer RK 14/79, op een klaagschrift als bedoeld in art. 552a Sv, ingediend door:
[klager], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1966.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de klager. Namens deze hebben J. Kuijper en Th.O.M. Dieben, beiden advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal W.H. Vellinga heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van het middel

Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en M.J. Borgers, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
20 december 2016.