Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
3. Beslissing
7 november 2017.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 7 november 2017 uitspraak gedaan in een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch. Het beroep was ingesteld door de verdachte, die in 1964 is geboren. De advocaat van de verdachte, R.J. Baumgardt, heeft een schriftuur ingediend die aan het arrest is gehecht. De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd dat het cassatieberoep niet-ontvankelijk verklaard moet worden op basis van artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie.
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten die door de verdachte zijn aangevoerd geen behandeling in cassatie rechtvaardigen. Dit is het geval omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het beroep, of omdat de klachten niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad heeft daarom besloten om het beroep niet-ontvankelijk te verklaren.
De uitspraak betreft de teruggave van in beslag genomen dozen met anabole steroïden en hormonen. Het Hof had de bewaring van deze voorwerpen gelast om het Openbaar Ministerie in de gelegenheid te stellen deze aan de rechtmatige eigenaar terug te geven. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat het Hof heeft miskend dat de hoofdregel in artikel 353 van het Wetboek van Strafvordering meebrengt dat het Hof de teruggave van de voorwerpen had moeten gelasten, tenzij het aannemelijk is dat de verdachte geen recht heeft op de voorwerpen. De Hoge Raad concludeert dat er geen belang is bij cassatie, aangezien het Hof met zijn beslissing het beslag niet heeft geëindigd, en de verdachte een klaagschrift kan indienen voor teruggave van de in beslag genomen voorwerpen.