ECLI:NL:HR:2018:380

Hoge Raad

Datum uitspraak
20 maart 2018
Publicatiedatum
20 maart 2018
Zaaknummer
17/02211
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van poging tot gekwalificeerde doodslag tijdens gewapende woningoverval

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, waarin de verdachte is veroordeeld voor medeplegen van poging tot gekwalificeerde doodslag. De feiten van de zaak zijn als volgt: de verdachte en medeverdachten hebben een gewapende woningoverval gepleegd en tijdens hun vlucht op twee politieagenten geschoten. De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak van 20 maart 2018, onder ECLI:NL:HR:2018:380, geoordeeld over de bewezenverklaring van het bijkomend oogmerk van de verdachte. De Hoge Raad overweegt dat de overvallers, gezien hun voorbereiding en de aanwezigheid van gewapende beveiligers, er rekening mee moesten houden dat er verzet zou komen van de politie, wat hen motiveerde om te schieten. De Hoge Raad heeft de middelen van cassatie verworpen, omdat deze niet tot cassatie konden leiden en geen nadere motivering behoefden. De uitspraak is gedaan door de vice-president J. de Hullu, samen met de rechters M.T. Boerlage en A.E.M. Röttgering, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

20 maart 2018
Strafkamer
nr. S 17/02211
KD
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 7 februari 2017, nummer 21/004366-15, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1991.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft R.J. Baumgardt, advocaat te Rotterdam, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal B.F. Keulen heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de M.T. Boerlage en A.E.M. Röttgering, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
20 maart 2018.