ECLI:NL:HR:2019:1696

Hoge Raad

Datum uitspraak
5 november 2019
Publicatiedatum
1 november 2019
Zaaknummer
18/03714
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de gevaarlijkheid van een hond na bijtincident met twee slachtoffers

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 5 november 2019 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 6 februari 2018. De zaak betreft een bijtincident waarbij een hond betrokken was, die twee slachtoffers had gebeten. De verdachte, geboren in 1962, heeft beroep in cassatie ingesteld tegen het oordeel van het Gerechtshof. De advocaat van de verdachte, J. Biemond, heeft een middel van cassatie voorgesteld. De Advocaat-Generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft het middel beoordeeld en geconcludeerd dat het niet tot cassatie kan leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat stelt dat geen nadere motivering nodig is wanneer het middel niet leidt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep van de verdachte dan ook verworpen, waarmee het eerdere oordeel van het Gerechtshof in stand blijft.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer18/03714
Datum5 november 2019
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 6 februari 2018, nummer 22/004965-17, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1962,
hierna: de verdachte.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft J. Biemond, advocaat te 's‑Gravenhage, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van het middel

Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren V. van den Brink en E.S.G.N.A.I. van de Griend, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
5 november 2019.