ECLI:NL:HR:2019:172

Hoge Raad

Datum uitspraak
5 februari 2019
Publicatiedatum
1 februari 2019
Zaaknummer
18/01540
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging en terugwijzing van een arrest wegens niet-naleving van art. 48 Sv in hoger beroep

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 5 februari 2019 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag, gewezen op 23 maart 2018. De verdachte, geboren in 1986, had beroep in cassatie ingesteld tegen een bij verstek gewezen arrest. De verdediging, vertegenwoordigd door advocaten R.J. Baumgardt en P. van Dongen, stelde dat er een schending was van artikel 48 van het Wetboek van Strafvordering (Sv), omdat er geen afschrift van de appeldagvaarding was verzonden naar de raadsman van de verdachte. De Advocaat-Generaal A.E. Harteveld concludeerde dat de bestreden uitspraak vernietigd moest worden en dat de zaak teruggeworpen moest worden naar het Gerechtshof Den Haag voor herbehandeling.

De Hoge Raad oordeelde dat de stukken geen bewijs bevatten dat de appeldagvaarding aan de raadsman was verzonden, wat een ernstige schending van de procedurele rechten van de verdachte inhield. De Hoge Raad vernietigde daarom de uitspraak van het Gerechtshof en wees de zaak terug, zodat deze opnieuw kon worden behandeld. Dit arrest benadrukt het belang van naleving van de procedurele voorschriften in het strafrecht, met name de rechten van de verdediging in hoger beroep.

Uitspraak

5 februari 2019
Strafkamer
nr. S 18/01540
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof Den Haag van 23 maart 2018, nummer 22/005255-17, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1986.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze hebben R.J. Baumgardt en P. van Dongen, beiden advocaat te Rotterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof Den Haag teneinde op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.
2. Beoordeling van het middel
2.1.
Het middel bevat de klacht dat art. 48 Sv in hoger beroep niet is nageleefd aangezien is verzuimd een afschrift van de appeldagvaarding aan de raadsman van de verdachte toe te zenden.
2.2.
Op de gronden die zijn vermeld in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 4 tot en met 8 is het middel terecht voorgesteld.

3.Beslissing

De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof Den Haag, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren V. van den Brink en A.L.J. van Strien, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
5 februari 2019.