Conclusie
1.Het cassatieberoep
2.Procesverloop
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Parket bij de Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 december 2022 uitspraak gedaan over de niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep. De verdachte was eerder door het hof 's-Hertogenbosch niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant. De verdachte had hoger beroep ingesteld, maar de advocaat van de verdachte, I.A.C. Cools, ontving geen afschrift van de dagvaarding in hoger beroep. De Hoge Raad heeft in zijn conclusie vastgesteld dat de oproeping voor de behandeling van de zaak in hoger beroep niet op een behoorlijke wijze heeft plaatsgevonden, wat in strijd is met artikel 450 van het Wetboek van Strafvordering (Sv). De Hoge Raad oordeelt dat de dagvaarding aan de griffiemedewerker is uitgereikt, maar dat er geen bewijs is dat een afschrift van de dagvaarding aan de raadsman is verzonden, wat in strijd is met artikel 48 Sv. Hierdoor is de niet-ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep niet rechtsgeldig. De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd en de zaak terugverwezen naar het hof 's-Hertogenbosch voor een nieuwe behandeling van het hoger beroep.