ECLI:NL:HR:2019:173

Hoge Raad

Datum uitspraak
5 februari 2019
Publicatiedatum
5 februari 2019
Zaaknummer
16/05815
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep en ontvankelijkheid bij faxindiening van schriftelijke volmacht

In deze zaak gaat het om de ontvankelijkheid van een cassatieberoep dat is ingesteld door de verdachte op de laatste dag van de cassatietermijn. De verdachte heeft op 24 november 2016, om 16:59 uur, een faxbericht verzonden met een schriftelijke bijzondere volmacht, terwijl de griffie van het Hof om 17:00 uur sluit. De Hoge Raad herhaalt relevante overwegingen uit eerdere jurisprudentie, waarin is vastgesteld dat een per fax verzonden volmacht slechts als tijdig kan worden aangemerkt als deze vóór sluiting van de griffie is begonnen binnen te komen. De Hoge Raad overweegt dat, gezien de faxgegevens, er rekening moet worden gehouden met de mogelijkheid dat de volmacht vóór sluiting van de griffie is ontvangen. Hierdoor wordt de verdachte ontvankelijk geacht in het cassatieberoep. De Advocaat-Generaal had geconcludeerd tot niet-ontvankelijkheid, maar de Hoge Raad stelt deze in de gelegenheid om zich alsnog uit te laten over het voorgestelde middel. De zaak wordt verwezen naar de rolzitting van 12 februari 2019, waarbij verdere beslissingen worden aangehouden.

Uitspraak

5 februari 2019
Strafkamer
nr. S 16/05815
DAZ/CB
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, van 10 november 2016, nummer 21/001415-14, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1986.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft J. Boksem, advocaat te Leeuwarden, bij schriftuur en aanvullende schriftuur een middel van cassatie voorgesteld.
De Advocaat-Generaal D.J.C. Aben heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de verdachte in het beroep.
De raadsman heeft daarop schriftelijk gereageerd.

2.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep

2.1.
Voor de beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep is onder meer het volgende van belang:
(i) het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep van 27 oktober 2016 houdt in dat de verdachte aldaar is verschenen;
(ii) het bestreden arrest, waarbij de verdachte tot straf is veroordeeld, is uitgesproken op 10 november 2016;
(iii) blijkens de daarvan opgemaakte akte is het beroep in cassatie ingesteld op 25 november 2016;
(iv) een aan voormelde akte gehecht - door de griffier als schriftelijke bijzondere volmacht als bedoeld in art. 450, eerste lid onder a, Sv aangemerkt - faxbericht van 24 november 2016 van mr. U. van Ophoven vermeldt de volgende faxgegevens: "24. Nov. 2016 16:59 van Horssen & van Ophoven" en "24/11/2016 17:01:39 (GMT+01:00)".
2.2.
In de cassatieschriftuur is aangevoerd dat het cassatieberoep tijdig is ingesteld, aangezien uit het faxbericht van 24 november 2016 kan worden afgeleid dat de fax is begonnen binnen te komen om 16:59 uur en dat de verzending was voltooid om 17:01:39 uur.
2.3.
Volgens art. 449 in verbinding met art. 450 Sv wordt, voor zover hier van belang, beroep in cassatie ingesteld door een verklaring, af te leggen door degene die het rechtsmiddel aanwendt of een door hem daartoe gevolmachtigde, op de griffie van het gerecht door of bij hetwelk de beslissing is gegeven, van welke verklaring ingevolge art. 451 Sv door de griffier een akte wordt opgemaakt. De mogelijkheid om door het afleggen van zo een verklaring een rechtsmiddel aan te wenden is gebonden aan de uren waarop de griffie van het gerecht ingevolge het daarop betrekking hebbende reglement geopend is of geopend behoort te zijn. Dit brengt mee dat een per fax verzonden schriftelijke volmacht als bedoeld in art. 450 Sv aan een griffiemedewerker tot het voor de verdachte aanwenden van een rechtsmiddel slechts dan kan worden aangemerkt als binnen de beroepstermijn ingediend, indien deze volmacht ter griffie is begonnen binnen te komen vóór sluiting van de griffie op de laatste dag van deze termijn. (Vgl. HR 4 februari 2014, ECLI:NL:HR:2014:231.)
2.4.
Gelet op de hiervoor onder 2.1 weergegeven stukken van het geding moet rekening worden gehouden met de mogelijkheid dat de schriftelijke bijzondere volmacht tot het instellen van het cassatieberoep vóór sluiting van de griffie van het Hof om 17:00 uur op de laatste dag van de cassatietermijn, te weten op 24 november 2016 om 16:59 uur, ter griffie is begonnen binnen te komen. Daarin vindt de Hoge Raad aanleiding de verdachte ontvankelijk te achten in het cassatieberoep.

3.Slotsom

De Advocaat-Generaal heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de verdachte in het beroep en heeft zich niet uitgelaten over het voorgestelde middel.
De Hoge Raad is van oordeel dat de Advocaat-Generaal daartoe alsnog in de gelegenheid behoort te worden gesteld. Met het oog daarop dient de zaak naar de rolzitting te worden verwezen.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwijst de zaak naar de rolzitting van 12 februari 2019;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren V. van den Brink en A.L.J. van Strien, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
5 februari 2019.