Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
(i) het hof heeft op 22 juni 2021 uitspraak gedaan in de onderhavige zaak;
(ii) de cassatieakte vermeldt dat het cassatieberoep op 23 juni 2021 is ingesteld door de in de akte genoemde administratief ambtenaar van het hof en dat deze ambtenaar “blijkens de aan deze akte gehechte bijzondere volmacht” bepaaldelijk is gemachtigd om namens de verdachte beroep in cassatie in te stellen;
(iii) aan de cassatieakte is een e-mailbericht gehecht, dat volgens de informatie van de strafgriffie van het hof op dit e-mailbericht door A. Boumanjal op 23 juni 2021 om 11.04 uur is verzonden aan de strafgriffie van het hof. Het e-mailbericht bevat onderaan (een afbeelding van) de handtekening van A. Boumanjal, en houdt verder het volgende in:
(i) het e-mailbericht, met bijlage, is verzonden naar een e-mailadres dat door het gerecht is aangewezen voor communicatie met de griffiemedewerkers inzake de aanwending van rechtsmiddelen in strafzaken en
(ii) de schriftelijke volmacht voldoet aan de in HR 22 december 2009, ECLI:NL:HR:2009:BJ7810, geformuleerde eisen.
3.Slotsom
4.Beslissing
21 juni 2022.