ECLI:NL:HR:2024:1106

Hoge Raad

Datum uitspraak
3 september 2024
Publicatiedatum
30 augustus 2024
Zaaknummer
22/01681
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over oplichting en mensenhandel met terugwijzing naar gerechtshof

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 3 september 2024 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 29 april 2022. De verdachte, geboren in 1993, was aangeklaagd voor meermalen gepleegde oplichting en mensenhandel. In eerste aanleg was de verdachte vrijgesproken, maar de advocaat-generaal heeft in cassatie geconcludeerd tot vernietiging van de uitspraak van het hof, met uitzondering van de schadevergoedingsmaatregelen. De Hoge Raad heeft de bewijsklachten met betrekking tot de oplichting gegrond verklaard, omdat het oordeel van het hof over het 'bewegen tot' onvoldoende gemotiveerd was. De klachten over de bewezenverklaring van mensenhandel zijn daarentegen verworpen, omdat het hof niet onjuist heeft geoordeeld. De Hoge Raad heeft de zaak gedeeltelijk vernietigd en terugverwezen naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden voor herbehandeling van de oplichtingszaken, terwijl het beroep voor het overige is verworpen. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige motivering bij de beoordeling van oplichtingszaken en de rol van de verdachte in de exploitatie van kwetsbare vrouwen.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer22/01681
Datum3 september 2024
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 29 april 2022, nummer 21-002827-19, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1993,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze hebben R.J. Baumgardt en M.J. van Berlo, beiden advocaat in Rotterdam, bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De advocaat-generaal E.J. Hofstee heeft geconcludeerd tot vernietiging van de uitspraak van het hof, maar uitsluitend wat betreft de beslissingen over het onder 1B, 1E en 1F tenlastegelegde en de strafoplegging, derhalve met inbegrip van de vorderingen van de benadeelde partijen [aangeefster 2] en [aangeefster 4] , in zoverre tot terugwijzing van de zaak naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden opdat de zaak ten aanzien daarvan opnieuw wordt berecht en afgedaan, en tot verwerping van het cassatieberoep voor het overige.
De raadslieden van de verdachte hebben daarop schriftelijk gereageerd.

2.Beoordeling van het eerste cassatiemiddel

2.1
Het cassatiemiddel klaagt over de bewezenverklaring van de onder 1B, 1E en 1F tenlastegelegde oplichtingen, voor zover deze inhoudt dat de verdachte door een samenweefsel van verdichtsels [aangeefster 2] , [aangeefster 4] en [aangeefster 5] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en het aangaan van een schuld.
2.2
Het cassatiemiddel slaagt. De redenen daarvoor staan vermeld in de conclusie van de advocaat-generaal onder 3 tot en met 5 en 7 tot en met 21.

3.Beoordeling van het tweede cassatiemiddel

3.1
Het cassatiemiddel klaagt over de bewezenverklaring van de onder 1A tenlastegelegde mensenhandel.
3.2
Het cassatiemiddel leidt niet tot cassatie. De redenen daarvoor staan vermeld in de conclusie van de advocaat-generaal onder 3 en 4 en 24 tot en met 37.

4.Beoordeling van het derde cassatiemiddel

Gelet op de beslissing die hierna volgt, is bespreking van het cassatiemiddel niet nodig.

5.Beslissing

De Hoge Raad:
- vernietigt de uitspraak van het hof, maar uitsluitend wat betreft de beslissingen over het onder 1B, 1E en 1F tenlastegelegde en de strafoplegging, met uitzondering van de aan de verdachte opgelegde schadevergoedingsmaatregelen ten behoeve van [aangeefster 1] , [aangeefster 6] en [betrokkene 13] ;
- wijst de zaak terug naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, opdat de zaak in zoverre opnieuw wordt berecht en afgedaan;
- verwerpt het beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de vice-president M.J. Borgers als voorzitter, en de raadsheren M. Kuijer en T.B. Trotman, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
3 september 2024.