Uitspraak
1.Procesverloop
de beschikking in de zaak C/01/347230 FA RK 19-2717 van de rechtbank Oost-Brabant van 13 september 2019.
2.Uitgangspunten en feiten
3.Beoordeling van het middel
4.Beslissing
16 mei 2025.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 16 mei 2025 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure in het belang der wet, ingesteld door de Procureur-Generaal bij de Hoge Raad. De zaak betreft de vraag of de ambtenaar van de burgerlijke stand als belanghebbende kan worden aangemerkt in de zin van artikel 1:24 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) bij het verzoek tot aanvulling van de registers van de burgerlijke stand. Het gaat om een kind dat in 1981 te vroeg is geboren en kort na de geboorte is overleden, zonder dat er een geboorte- en overlijdensakte is opgemaakt. De ouders van het kind willen dat de biologische vader in de geboorteakte wordt vermeld en dat het kind zijn geslachtsnaam krijgt. De rechtbank Oost-Brabant heeft het verzoek van de ambtenaar van de burgerlijke stand toegewezen, maar de Hoge Raad heeft deze beschikking vernietigd. De Hoge Raad oordeelt dat de ambtenaar van de burgerlijke stand niet tot de belanghebbenden behoort die de rechter kunnen verzoeken om aanvulling of verbetering van de registers. De Hoge Raad stelt vast dat alleen de ouders en het openbaar ministerie als belanghebbenden kunnen worden aangemerkt. De Hoge Raad vernietigt de beschikking van de rechtbank en stelt dat deze vernietiging geen nadeel toebrengt aan de door partijen verkregen rechten.