Die wijziging in de feiten is door het Hof - gelet op de in onderdeel 3 van zijn uitspraak opgenomen feiten - buiten beschouwing gelaten.
1.7. Het Hof heeft de beschikking van de Inspecteur vernietigd en beslist dat sprake is van een aandelenfusie in vorenbedoelde zin.
1.8. Het cassatieberoep steunt op drie middelen van cassatie.
1.9. De belanghebbende heeft bij brief van 24 augustus 1998 laten weten kennis te hebben genomen van het beroepschrift in cassatie en opgemerkt dat de inhoud van dit beroepschrift hem geen aanleiding geeft nader bij vertoogschrift te reageren.
2. De fusiefaciliteit in de Wet op de inkomstenbelasting 1964 en de Fusierichtlijn
2.1. De Wet IB 1964 hield in haar bij Wet van 10 september 1992, Stb. 491, met ingang van 1 januari 1992 gewijzigde tekst in:
“(...) Artikel 14b. 1. Bij het bepalen van de in een kalenderjaar genoten winst behoeft de belastingplichtige het voordeel uit de vervreemding van aandelen (...) in het kader van een aandelenfusie niet in aanmerking te nemen. (…)
2. Een aandelenfusie wordt aanwezig geacht indien:
a. een in Nederland gevestigde vennootschap tegen uitreiking van eigen aandelen (...) een zodanig bezit aan aandelen in een andere in Nederland gevestigde vennootschap verwerft dat zij meer dan de helft van de stemrechten in de laatstgenoemde vennootschap kan uitoefenen, ten einde de onderneming van die vennootschap en die van een andere in financieel en economisch opzicht duurzaam in een eenheid samen te brengen;
b. een in een Lid-Staat van de Europese Gemeenschappen gevestigde vennootschap tegen uitreiking van eigen aandelen (...) een zodanig bezit aan aandelen in een in een andere Lid-Staat van de Europese Gemeenschappen gevestigde vennootschap verwerft dat zij meer dan de helft van de stemrechten in de laatstgenoemde vennootschap kan uitoefenen, ten einde de onderneming van die vennootschap en die van een andere in financieel en economisch opzicht duurzaam in een eenheid samen te brengen;
c. een in Nederland gevestigde vennootschap tegen uitreiking van eigen aandelen (...) een zodanig bezit aan aandelen in een buiten een Lid-Staat van de Europese Gemeenschappen gevestigde vennootschap verwerft dat zij alle of nagenoeg alle stemrechten in de laatstgenoemde vennootschap kan uitoefenen, ten einde de onderneming van die vennootschap en die van een andere in financieel en economisch opzicht duurzaam in een eenheid samen te brengen;
(...)
7. Onze Minister kan onder door hem te stellen voorwaarden (...) de (...) inspecteur machtigen de voorgaande leden overeenkomstig toe te passen ingeval een van de (...) vennootschappen geen onderneming drijft (…).
(...)
Artikel 40. 1. De belastingplichtige behoeft het voordeel uit de vervreemding van aandelen (...) in het kader van een aandelenfusie als bedoeld in artikel 14b niet in aanmerking te nemen. (...)”