1 Voor zover thans van belang. Zie het arrest van het hof Den Bosch van 20 november 2007 onder 3.1 -3.9.
2 Zie het vonnis van de kantonrechter van 27 september 2006 onder 1.3.
3 Zie ook rov. 3.1 van het eindvonnis van de kantonrechter van 7 maart 2007.
4 Het appelexploot is niet overgelegd.
5 De cassatiedagvaarding is op 17 februari 2009 uitgebracht aan [verweerder] en op 18 februari 2009 aan de advocaat van [verweerder] in de vorige instantie.
6 Onder meer ontleend aan mijn conclusie vóór HR 22 september 2000, LJN AA7202 (NJ 2000, 632) en aan A. ter Heide, "Middelmaat: aan een cassatiemiddel te stellen eisen", TCR 2001, nr. 4, p. 77-83, beiden met verdere verwijzingen.
7 Zie HR 19 januari 1973, LJN AB5257 (NJ 1973, 187) en HR 12 oktober 2001, LJN 2566 (NJ 2001, 636).
8 Zie HR 16 mei 1997, LJN ZC2372 (NJ 2000, 1 m.nt. CHJB), HR 15 juni 2001, LJN AB2443 (NJ 2001, 573), HR 8 oktober 2004, LJN AP0424 (NJ 2005, 117) en HR 12 januari 2007, LJN AZ2041 (RvdW 2007, 89).
9 Zie ook de conclusie van A-G Strikwerda vóór HR 12 januari 2007, LJN AZ2041 (RvdW 2007, 89), onder 6.
10 Zie HR 6 april 2001, LJN AB1252 (NJ 2002, 385); HR 11 januari 2002, LJN AD4922 (NJ 2002, 82) en HR 6 juni 2003, LJN AF5889 (NJ 2003, 707). Zie ook Winters 2010 (T&C Rv.), art. 407, aant. 3e.
11 HR 10 september 1999, LJN ZC2961 (NJ 1999, 795).
12 Zie HR 19 februari 1999, LJN ZC2856 (NJ 1999, 428).
13 LJN ZC2170 (NJ 1998, 95 m.nt. ThMdB).
14 LJN ZC2856 (NJ 1999, 428).
15 Bloembergen voegt eraan toe dat de schriftelijke toelichting overigens ook niet geheel irrelevant is voor het verstaan van het middel.
16 Zie zijn noot onder HR 6 juni 2003, LJN AF5889 (NJ 2003, 707), onder 8.
17 Zie Ter Heide, t.a.p., p. 83 links.
18 Zie daarover o.m. EHRM 17 januari 1970 (Delcourt/België), nr. 2689/65; EHRM 16 november 2000 (SA Sotiris et Nikos Koutras Attee/Griekenland), nr. 39442/98, EHRC 2001,6; P. Smits, Artikel 6 EVRM en de civiele procedure, hfdst. 2; F. Fernhout, Praktisch procederen 2008, afl. 3, p. 59 - 64.
19 EHRM 25 mei 2004 (Kadlec/Tsjechië), nr. 49478/99, EHRC 2004, 65 m.nt. Fernhout.
20 EHRM 24 mei 2006 (Liakopoulou/Griekenland), EHRC 2006, 97 m.nt. F. Fernhout, AB 2006, 257 m.nt. T. Barkhuysen en M.L. van Emmerik.
21 EHRM 24 april 2008, LJN BD4092, EHRC 2008, 78 m.nt. F. Fernhout.
22 EHRM 5 november 2009, nr. 33094/07.
23 EHRM 30 juli 2009, nr. 18522/06.
24 Zie ook par. 31 in de zaak Nunes Guerreiro/Luxemburg en par. 38 in de zaak Dattel/Luxemburg.
25 Zie naast genoemde voorbeelden ook EHRM 14 december 1999 (Khalfaoui/Frankrijk), nr. 34791/97; EHRM 25 januari 2000 (Miragall Escolano e.a./Spanje), nr.38366/97; EHRM 15 februari 2000 (García Manibardo/Spanje), nr. 38695/97; EHRM 12 november 2002 (Zvolský en Zvolská/Tsjechië), nr. 46129/99; EHRM 12 november 2002, (Beleš e.a./Tsjechië) nr. 47273/99; EHRM 20 april 2004 (Bulena/Tsjechië), nr. 57467/00, EHRC 2004,53; EHRM 28 juni 2005 (Zednik/Tsjechië), nr. 74328/01, EHRC 2005, 94; EHRM 27 juli 2006 (Efstathiou e.a./Griekenland), nr. 36998/02.
26 Zie ook T. Barkhuysen en M.L. Emmerik in hun noot na EHRM 24 mei 2006 (Liakopoulou/Griekenland), AB 2006, 258.
27 Zie o.a. Veegens/Korthals Altes/Groen, Cassatie in burgerlijke zaken, Deventer 2005, nr. 143, p. 304 en HR 19 oktober 2007, LJN BB3679 (RvdW 2007, 885). Volgens Ter Heide, t.a.p., p. 83, is de positie van de verweerder daarbij veel belangrijker dan die van de rechter.
28 W.D.H. Asser, Civiele cassatie, Nijmegen 2003, p. 81; zie ook zijn noot onder HR 6 juni 2003, LJN AF5889 (NJ 2003, 707), onder 6.
29 Bijv. L.D. Pels Rijcken, Twee studies rondom art. 48 Rv, RM Themis 1987, p. 182: "Volgens vaste jurisprudentie houden die eisen - te weten, de aan een cassatiemiddel te stellen eisen, toev. W-vG - onder meer in dat bij een klacht over rechtsschending het middel moet aangeven welke geschreven of ongeschreven rechtsregel beweerdelijk is geschonden. Motivering omtrent bestaan of toepasselijkheid van die regel behoeft in het middel niet te worden opgenomen en zal veelal eerst bij pleidooi worden voorgedragen."
30 T.a.p., p. 80 onder 11.
31 Zie daarover Asser, a.w., par. 6.5.1; Ter Heide, t.a.p., p. 79-80.