1 Rechtbank 's-Gravenhage 18 juni 2008, nr. 07/06114, LJN BF1950, V-N 2008/60.2.2, NTFR 2008/1871.
2 Gerechtshof 's-Gravenhage 3 november 2009, nr. 08/00254, LJN BK8740, V-N 2010/12.1.2.
3 Zie ook het p-v van de zitting van het Hof (blz. 1): de belanghebbende stelt dat met ingang van 2006 een fiscale eenheid is gevormd.
4 Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en fundamentele vrijheden, Verdrag van Rome, 4 november 1950, Trb. 1951/154.
5 Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, New York, 19 december 1966, Trb. 1969/99.
6 Kamerstukken II 2003/04, 29 210, nr. 8, blz. 9 (NvW; Belastingplan 2004). Zie ook Kamerstukken II 2003/04, 29 210, nr. 8, blz. 16 (NvW; Belastingplan 2004).
7 Kamerstukken I 2003/04, 29 210, nr. C, blz. 16 (NnavV; Belastingplan 2004).
8 Kamerstukken II 2003/04, 29 210, nr. 8, blz. 9 (NvW; Belastingplan 2004).
9 Kamerstukken II 2003/04, 29 210, nr. 8, blz. 16 (NvW; Belastingplan 2004).
10 HR 13 november 2009, nr. 08/01904, na conclusie Wattel, LJN BG5866, BNB 2010/24, met noot De Vries, V-N 2009/58.17, NTFR 2009/2723, met commentaar Kok.
11 Kamerstukken II 1995/96, 24 696, nr. 3, blz. 10 (MvT; Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 met het oog op het tegengaan van uitholling van de belastinggrondslag en het versterken van de fiscale infrastructuur).
12 Kamerstukken II 1995/96, 24 696, nr. 5, blz. 7-8 (NnavV; Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 met het oog op het tegengaan van uitholling van de belastinggrondslag en het versterken van de fiscale infrastructuur).
13 [Originele voetnoot]: "In dit verband zij nog gewezen op het rapport van de International Fiscal Association inzake de internationale aspecten van onderkapitalisatieregels (Congres te Genève in 1996). In dit rapport wordt onder meer aangegeven dat de praktijk leert dat de verhouding eigen en vreemd vermogen niet alleen aanmerkelijk verschilt van land tot land, maar ook van bedrijfstak tot bedrijfstak. De verscheidenheid in onderkapitalisatieregels is dan ook groot. In de conclusies van dit rapport wordt voorts aangegeven dat het onduidelijk is of de doelstelling van deze onderkapitalisatieregels - het tegengaan van de uitholling van de grondslag - wordt bereikt omdat gegevens over de additionele belastingopbrengst die met dergelijke regels wordt gerealiseerd, ontbreken."
14 Kamerstukken II 2003/04, 29 210, nr. 8, blz. 11 (NvW; Belastingplan 2004).
15 Kamerstukken II 2003/04, 29 210, nr. 25, blz. 13 (NnavNV; Belastingplan 2004).
16 PJW: bedoeld zal zijn 'verbonden lichamen'; zie art. 10d(3) jo. art. 10a(4) Wet Vpb. Als rente verschuldigd is aan een natuurlijk persoon komt de belastingplichtige niet met de thincapregeling in aanraking; Kamerstukken II 2003/04, 29 210, nr. 25, blz. 15 (NnavNV; Belastingplan 2004) en Kamerstukken II 2003/04, 29 210, nr. 34, blz. 4 (brief van de Staatssecretaris; Belastingplan 2004).
17 Kamerstukken II 2003/04, 29 210, nr. 25, blz. 31 (NnavNV; Belastingplan 2004).
18 Kamerstukken I 2003/04, 29 210, nr. C, blz. 24 (NnavV; Belastingplan 2004).
19 R.P.C.W.M. Brandsma, Fiscale onderkapitalisatie van vennootschappen, Deventer: Kluwer 2004, blz. 121-123. Zie ook M. Nieuweboer, 'Reparatie Bosal-arrest: overkill bij onderkapitalisatie', MKB-adviseur 2003/12, blz. 15: "Dat de rente niet aftrekbaar is bij de schuldenaar, betekent niet dat de rentebate is vrijgesteld bij de schuldeiser. Er zal zich dan ook economische dubbele heffing gaan voordoen." Maatoug en Boer achten dubbele heffing als gevolg van de thincap-bepaling "onevenwichtig" (H. Maatoug & J.P. Boer, ''Two is a party, three is a crowd (I)'; Enkele gedachten omtrent de reparatiewetgeving naar aanleiding van het Bosal-arrest', MBB 2004/2, blz. 55).
20 C. Overduin, 'MKB betaalt gelag voor succes Bosal. Invoering thin capitalisation nadelig voor nationaal opererende bedrijven', Belastingmagazine 2008/6-7, blz. 10. Zie voor praktijkvoorbeelden het door Overduin gegeven voorbeeld over een gefaseerde bedrijfsoverdracht; C. Overduin, t.a.p., blz. 9-10 en Faber en Rongen over een bedrijfsopvolging in de familiesfeer en de bedrijfsovername waarbij een participatiemaatschappij of een bank is betrokken; C.D. Faber en P. Rongen, 'Bosal en thin capitalisation', Accountant Adviseur 2003/12, blz. 28.
21 J. van Strien, Renteaftrekbeperkingen in de vennootschapsbelasting, Deventer: Kluwer 2007, blz. 474.
22 Ik merk op dat Heithuis als rechter-plaatsvervanger deel uitmaakte van de zetel van de Rechtbank die belanghebbendes zaak in feitelijke instantie heeft behandeld.
23 E.J.W. Heithuis, 'De immer intrigerende fiscale positie van de dga', Tribuut 2008/05, blz. 26.
24 W. Bruins Slot, 'Thincap: de kluts en het kluitje', NTFR-B 2010/2, blz. 21-23.
25 Zie het Trb. 2005/184.
26 EHRM 23 oktober 1990, nr. 17/1989/177/233 (Darby), LJN AV7933, BNB 1995/244, met noot Feteris, V-N 1995/3287.
27 Zie daarover de onderdelen 2.2-2.6 van de conclusie van AG Moltmaker voor HR BNB 1988/302, met noot Scheltens, V-N 1988/2040, FED 1988/550, met noot Van Dijck.
28 Kamerstukken II 2003/04, 29 210, nr. 8, blz. 9 (NvW; Belastingplan 2004) en Kamerstukken I 2003/04, 29 210, nr. C, blz. 16.
29 HR 21 oktober 1992, nr. 28 548, LJN ZC5139, BNB 1993/29, met noot Zwemmer, V-N 1992/3483. Zwemmer annoteerde: "De overweging van de Hoge Raad dat een onevenredig ongelijke behandeling van ongelijke gevallen slechts bij overduidelijke onevenredigheid tot discriminatie leidt, duidt erop dat in dat geval welhaast opzettelijke discriminatie door de wetgever nodig is om tot strijd met art. 26 IVBPR te komen." Zie voor een jurisprudentieoverzicht M. Schuver-Bravenboer, Fiscaal overgangsbeleid. Een raamwerk voor het vormgeven en beoordelen van het overgangsbeleid van de fiscale wetgever, Deventer: Kluwer 2009, blz. 258.
30 HR 18 december 2009, nr. 44 021, na conclusie Wattel, LJN BC5874, BNB 2010/79, met noot Lubbers, V-N 2009/64.11, NTFR 2010/29, met commentaar Van Horzen. Zie voor het kniesoorbeginsel ook onderdeel 5.2 van mijn conclusie voor HR 8 juni 2007, nr. 43 019, na conclusie Wattel, LJN AY9933, BNB 2007/232, met noot Lubbers, V-N 2007/28.16, NTFR 2007/1031, FED 2007/61, met noot Te Niet en mijn noten bij EHRM 29 januari 2002, nr. 45600/99 (Auerbach), BNB 2002/126 en VN-Comité voor de Rechten van de Mens 25 juli 2005, nr. 1192/2003 (De Vos), BNB 2005/349.
31 EHRM 23 oktober 1990, nr. 17/1989/177/233 (Darby), LJN AV7933, BNB 1995/244, met noot Feteris, V-N 1995/3287: "31. Article 14 protects individuals placed in similar situations from discrimination in their enjoyment of their rights under the Convention and its Protocols. However, a difference in the treatment of one of these individuals will only be discriminatory if it "has no objective and reasonable justification'', that is if it does not pursue a "legitimate aim'' and if there is no "reasonable relationship of proportionality between the means employed and the aim sought to be realised'' (see, amongst other authorities, the above- mentioned Inze judgment, ibidem, p. 18, § 41)."
32 Zie mijn conclusie voor HR 18 december 2009, nr. 44021, LJN BC5874, BNB 2010/79, met noot Lubbers, V-N 2009/64.11, NTFR 2010/29, met commentaar Van Horzen en onderdeel 5 van mijn noot bij VN-Comité voor de Rechten van de Mens 25 juli 2005, nr. 1192/2003 (De Vos), BNB 2005/349.
33 EHRM 22 juni 1999, nr. 46757/99 (Della Ciaja v Italy), LJN AV1935, BNB 2002/398, met noot Happé.
34 EHRM 12 december 2006, nr. 13378/05 (Burden en Burden), LJN AZ7792, V-N 2007/54.5, FED 2007/105, met noot Thomas. Zie ook de uitspraak van de Grote Kamer - op grond van art. 43 EVRM - in deze zaak EHRM 29 april 2008, nr. 13378/05 (Burden en Burden), LJN BD3989, NJ 2008/306, met noot Alkema, V-N 2008/35.6: "60. The Court has established in its case-law that in order for an issue to arise under Article 14 there must be a difference in the treatment of persons in relevantly similar situations (...). Such a difference of treatment is discriminatory if it has no objective and reasonable justification; in other words, if it does not pursue a legitimate aim or if there is not a reasonable relationship of proportionality between the means employed and the aim sought to be realised. The Contracting State enjoys a margin of appreciation in assessing whether and to what extent differences in otherwise similar situations justify a different treatment, and this margin is usually wide when it comes to general measures of economic or social strategy (...)."
35 HR 8 juli 2005, nr. 39 870, na conclusie Van Ballegooijen, LJN AQ7212, BNB 2005/310, met noot Happé, V-N 2005/34.2, NTFR 2005/902, met noot Ligthart, FED 2006/20, met noot Smit. Zie ook voor een ander - meer recent voorbeeld - r.o. 3.4.2 van HR 18 december 2009, nr. 44 021, LJN BC5874, na conclusie Wattel, BNB 2010/79, met noot Lubbers, V-N 2009/64.11, NTFR 2010/29, met commentaar van Horzen.
36 PJW: De zaak M.A. en anderen tegen Finland gaat over een inbreuk op het eigendomsgrondrecht van art. 1 Eerste Protocol bij het EVRM. Deze uitspraak komt aan de orde in onderdeel 7.5.
37 HR 8 augustus 2008, nr. 07/10150, LJN BD9390, BNB 2008/274, V-N 2008/38.6, NTFR 2008/1679, met commentaar Van Beelen.
38 Rechtbank Haarlem 29 september 2008, nr. AWB 08/1083, LJN BF8836, V-N 2009/13.20, NTFR 2009/257.
39 V-N 2009/13.20.
40 EHRM 29 april 2008, nr. 13378/05, (Burden en Burden), V-N 2008/35.6. Reeds in de zaak Darby overwoog het EHRM: "30. Article 1 of Protocol No. 1, second paragraph, establishes that the duty to pay tax falls within its field of application. (...)" EHRM 23 oktober 1990, nr. 17/1989/177/233 (Darby), LJN AV7933, BNB 1995/244, met noot Feteris, V-N 1995/3287.
41 EHRM 10 juni 2003, nr. 27793/95 (M.A. en anderen tegen Finland), LJN AV4014, V-N 2003/52.2, NTFR 2003/2025, met commentaar Kors, FED 2003/604, met noot Wattel.
42 EHRM 23 oktober 1997, nr. 117/1996/736/933-935 (Building Societies v UK), LJN AH6573, JB 1998/1, met noot Heringa. Zie ook onderdeel 8.8 van de gemeenschappelijke bijlage bij mijn conclusies voor HR 2 oktober 2009, nr. 07/10481, nr. 07/10481, LJN BI1892, V-N 2009/48.15, NTFR 2009/2093, met commentaar Van Mulbregt, FED 2010/81, met noot Schuver-Bravenboer en HR 2 oktober 2009, nr. 07/13624, V-N 2009/48.16, NTFR 2009/2094, met commentaar Van Mulbregt.
43 HR 3 april 2009, nr. 42 468, na conclusie Niessen, LJN BC2820, BNB 2009/269, met noot Koopman, V-N 2009/16.5, NTFR 2009/795.
44 HR 2 oktober 2009, nr. 07/10481, nr. 07/10481, na conclusie Wattel, LJN BI1892, V-N 2009/48.15, NTFR 2009/2093, met commentaar Van Mulbregt, FED 2010/81, met noot Schuver-Bravenboer en HR 2 oktober 2009, nr. 07/13624, na conclusie Wattel, V-N 2009/48.16, NTFR 2009/2094, met commentaar Van Mulbregt. In laatstgenoemd arrest is de geciteerde rechtsoverweging genummerd als 3.5.2.
45 M. Schuver-Bravenboer, t.a.p., blz. 234 en 242-244. Zie over de toetsing aan art. 1 Eerste Protocol EVRM eveneens M.R.T. Pauwels, Terugwerkende kracht van belastingwetgeving: gewikt en gewogen. Een rechtstheoretisch en positiefrechtelijk onderzoek naar een methode voor vorming van wettelijk overgangsrecht in het belastingrecht, Amersfoort: Sdu Fiscale & Financiële Uitgevers 2009, Bijlage D onderdelen D.2.1-D.3.1.
46 Zie onder meer EHRM 23 oktober 1997 (Building Societies), Reports of Judgments and Decisions 1997-VII, §§ 80-82, LJN AH6573, JB 1998/1, met noot Heringa en EHRM 12 december 2006, nr. 13378/05 (Burden and Burden v UK), LJN AZ7792, V-N 2007/54.5, FED 2007/107, met noot Thomas.
47 Zie onder meer EHRM 10 juni 2003, Application no. 27 793/95 (M.A. a.o. v Finland), LJN AV4014, V-N 2003/52.2, NTFR 2003/2025, met commentaar Kors, FED 2003/604, met noot Wattel.
48 Uw vertaling van "devoid of reasonable foundation"; zie r.o. 5.3 van HR 8 juli 2005, nr. 39 870, na conclusie Van Ballegooijen, LJN AQ7212, BNB 2005/310, met noot Happé, V-N 2005/34.2, NTFR 2005/902, met commentaar Ligthart, FED 2005/20, met noot Smit.
49 EHRM 12 december 2006, nr. 13378/05 (Burden and Burden v UK), LJN AZ7792, V-N 2007/54.5, FED 2007/107, met noot Thomas en EHRM 22 juni 1999, nr. 46757/99 (Della Ciaja v Italy), BNB 2002/398, met noot Happé.
50 HR 10 juli 2009, nr. 08/01578, na conclusie Wattel, LJN BG4156, BNB 2009/246, met noot Zwemmer, V-N 2009/33.7, NTFR 2009/1748, met commentaar Vermeulen, FED 2009/75, met noot Thomas.
51 Kamerstukken I 2003/04, 29 210, nr. C, blz. 24 (NnavV; Belastingplan 2004).