Conclusie
middelklaagt over het oordeel van het Hof dat het onder 1 bewezen verklaarde 'witwassen' oplevert.
Parket bij de Hoge Raad
In deze zaak gaat het om de verdachte die op 8 september 2010 op Schiphol werd aangehouden met een geldbedrag van € 14.300,-. Tijdens een douanecontrole werden naast het geld ook skimbenodigdheden aangetroffen. Het Gerechtshof Amsterdam had eerder het vonnis van de Rechtbank Haarlem bevestigd, waarbij de verdachte was veroordeeld voor witwassen en het voorhanden hebben van voorwerpen bestemd voor een misdrijf. De verdachte had verklaard dat het geld afkomstig was uit zijn werkzaamheden in Roemenië en van een vriend in Spanje, maar het hof oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat het geld niet van misdrijf afkomstig was. De verdediging stelde dat er geen wettig en overtuigend bewijs was voor de criminele herkomst van het geld, maar het hof vond dat de verdachte geen concrete verklaring had gegeven voor de herkomst van het geld. De Hoge Raad oordeelde dat de motivering van het hof niet voldeed aan de eisen voor het vaststellen van witwassen, omdat niet was aangetoond dat de verdachte het geld had verworven of voorhanden had gehad met de bedoeling om de criminele herkomst te verhullen. De conclusie van de Procureur-Generaal was dat de zaak moest worden terugverwezen naar het gerechtshof voor herbehandeling.