Conclusie
2. De uitvoer van de in bijlage I opgenomen kwikverbindingen en kwikmengsels is verboden met ingang van de daarin vermelde data.
(…)”
(…)
Kwikmengsels waarvoor een uitvoer- en invoerverbod geldt met ingang van 1 januari 2018:
— Mengsels van kwik met andere stoffen, waaronder kwiklegeringen, met een kwikconcentratie van ten minste 95 gewichtsprocent.”
eerste middelklaagt dat “het bewezenverklaarde, inhoudende dat sprake is van een gevaarlijke stof zoals aangewezen in artikel 2 Besluit vervoer gevaarlijke stoffen door de lucht niet uit de gebezigde bewijsmiddelen kan worden afgeleid en/of doordien het hof, het vonnis van de rechtbank bevestigende, het verweer strekkende tot vrijspraak van het bestanddeel ‘gevaarlijke stoffen’ heeft verworpen op gronden die deze verwerping niet kunnen dragen c.q. aan het begrip ‘gevaarlijke stoffen’ een onjuiste betekenis heeft toegekend”.
tweede middelklaagt dat het hof een tweetal verweren van de verdediging ten onrechte heeft verworpen, namelijk – kort gezegd – dat art. 2 Besluit vervoer gevaarlijke stoffen door de lucht onverbindend moet worden verklaard en dat art. 2.6, eerste lid, Besluit kwik en kwikhoudende producten milieubeheer jo. Wet Milieubeheer een systematische specialis vormt ten opzichte van art. 6.51 en 6.55 Wet luchtvaart. Voorts klaagt het middel dat het hof ten onrechte op de bewezenverklaarde feiten de meerdaadse samenloopregeling van art. 57 Sr van toepassing heeft geacht.
(…)
Vanwege de ten opzichte van de Nederlandse wet- en regelgeving afwijkende opzet van de Technische Voorschriften, hun grote omvang en de tweejaarlijkse bijstelling ervan, is ervoor gekozen om deze niet te integreren in het voorliggende besluit. Zij worden in artikel 3, eerste lid, van toepassing verklaard. In de Technische Voorschriften worden uiterst gedetailleerde eisen gesteld aan het luchtvervoer van gevaarlijke stoffen. Het gaat hierbij met name om verplichtingen ten aanzien van classificatie, verpakking, etikettering, stuwage, belading, samenlading en documentatie van gevaarlijke stoffen.”
derde middelkomt op tegen de verwerping van het verweer dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaard dient te worden in verband met de vernietiging van de inbeslaggenomen stof, waardoor daaraan geen nader onderzoek meer kon worden verricht.