“
Nogmaals: over [verdachte]
77. Dit pleidooi is begonnen met de persoon van [verdachte] . Daar wil ik ook mee afsluiten. Indien uw gerechtshof tot een veroordeling voor een of meer feiten komt, dan verzoek ik om, gelet op zijn persoon en zijn persoonlijke omstandigheden, geen straf op te leggen die erop neerkomt dat [verdachte] terug moet naar de gevangenis.
78. Voor bedreigingen is [verdachte] onherroepelijk veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf maanden. In die zaak heeft hij bijna acht maanden in voorarrest gezeten, van 16 juni 2015 tot en met 9 februari 2016. Voor de zaken 26Austin en Primera is [verdachte] in eerste aanleg veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van drie jaren. Hij heeft voor die zaken van 27 april 2016 tot en met juni 2018 in voorarrest gezeten. Dat is ruim twee jaren, dus iets meer dan de tijd die hij met inachtneming van de regeling van de voorwaardelijke invrijheidstelling in detentie zou moeten doorbrengen bij een gevangenisstraf voor de duur van drie jaren. Feitelijk heeft [verdachte] zo'n vier maanden meer gezeten dan op basis van de in eerste aanleg opgelegde straffen was aangewezen.
79. Op 3 mei 2017 is [verdachte] in detentie geconfronteerd met een zwaar hartinfarct. Hij is in de penitentiaire inrichting gereanimeerd en overgebracht naar een ziekenhuis in Den Bosch. Daar kreeg hij een tweede hartaanval en moest hij opnieuw worden gereanimeerd. Aan zijn toenmalige raadsvrouw, mr. Koers, is verteld dat [verdachte] het waarschijnlijk niet zou overleven. Zij heeft toen, met hulp van de reclassering, in allerijl geprobeerd zijn kinderen te bereiken, zodat in elk geval nog afscheid kon worden genomen.
80. [verdachte] heeft het wonderwel overleefd. Daarna heeft mr. Koers aan de advocaat-generaal het verzoek voorgelegd om, met het oog op de wankele gezondheid van [verdachte] , het hoger beroep in te trekken. Ook ik heb dat verzoek voorgelegd aan het openbaar ministerie, nadat ik de rechtsbijstand aan [verdachte] had overgenomen. Tot een intrekking van dat hoger beroep is het evenwel niet gekomen, mede omdat de strafzaak tegen [verdachte] naar het oordeel van het openbaar ministerie belangrijk kon (of: kan) zijn voor de rechtsontwikkeling. Die beslissing heb ik te respecteren. Tegelijkertijd laat het argument van de rechtsontwikkeling zien dat het in de strafzaak tegen [verdachte] niet primair lijkt te gaan om de hoogte van de in eerste aanleg opgelegde straffen. Ik doe in dat verband ook een beroep op de lijst met uitspraken in zogeheten terrorismezaken die ter zitting van 12 maart 2018 aan uw gerechtshof zijn overgelegd. Uit die lijst kan bijvoorbeeld worden opgemaakt dat in zaken waarin met een terroristisch oogmerk daadwerkelijk brand is gesticht straffen zijn opgelegd die lager zijn dan de straf die [verdachte] voor de zaken 26Austin en Primera heeft gekregen. Bij die stand van zaken kan in redelijkheid niet worden volgehouden dat [verdachte] thans een zwaardere straf verdient dan de tijd die hij reeds in voorarrest heeft doorgebracht.
81. Daarbij betrek ik ook de tijd die inmiddels is verstreken sinds beide vonnissen van de rechtbank. Het vonnis van de rechtbank in de zaak Doesburg dateert van bijna drie jaren geleden, het vonnis van de rechtbank in de zaken 26Austin en Primera is bijna twee jaren oud. Zeker in de zaak Doesburg is het recht op behandeling binnen een redelijke termijn dus geschonden.
82.Tot slot is de inhoud van het reclasseringsrapport van 29 januari 2019 relevant. De contacten met de reclasseringsmedewerkers zijn niet altijd gemakkelijk geweest, omdat [verdachte] ook bij hen nadrukkelijk het stempel van terrorist proefde. Met zijn begeleidster van Neocura heeft [verdachte] daarentegen een goed contact. Bij haar kan hij zijn verhaal kwijt. Zij benadert hem als een mens die zorg behoeft, als een man die zijn verhaal, zijn zorgen en zijn verdriet wil delen.
83.Ondanks het soms stroeve contact met de reclassering heeft [verdachte] zich netjes aan alle schorsingsvoorwaarden gehouden. Het reclasseringsrapport maakt duidelijk hoezeer de hartproblemen van [verdachte] zijn leven bepalen. Zijn angst voor herhaling van hartfalen maakt dat zijn leven is beperkt tot de nabije omgeving van zijn woning en dat hij voor vrijwel elke stap buiten de deur moet worden begeleid door een medewerker van Neocura. Naar het ziekenhuis, naar de huisarts, naar de revalidatie wordt [verdachte] steeds vergezeld.
84. [verdachte] heeft voorts gedemonstreerd echt met het verleden te willen breken. Tijdens zijn detentie ontving hij een huwelijksaanzoek van [slachtoffer 3] . Nadat zijn voorlopige hechtenis is geschorst, hebben [slachtoffer 3] en [slachtoffer 2] herhaaldelijk contact gezocht. [verdachte] heeft daarop niet gereageerd en het een en ander direct gemeld aan de reclassering. Hij beseft dat hij afstand van de familie [familienaam] moet houden en hij heeft ook geen enkele behoefte om opnieuw met hen in contact te komen. Hij koestert slechts de hoop op enig moment een band ' met [betrokkene 3] te kunnen opbouwen, als zijn zoontje daaraan toe is en zelf die wens uit.
85. Concrete plannen voor de toekomst heeft [verdachte] nog niet. Angst voor nieuwe hartproblemen en ook de stress die deze behandeling in hoger beroep oplevert, spelen hem parten. Hij is dankbaar voor het feit dat hij inmiddels een goed contact heeft met zijn zoon [betrokkene 5] . Hij denkt na over een opleiding tot tolk/vertaler, hij wil - als zijn medische conditie dat toestaat en hij van de enkelband is verlost - zijn maatschappelijke betrokkenheid tonen in activiteiten van een politieke partij.
86. [verdachte] wil het verleden achter zich laten. Hij heeft aangeboden om in gesprek te gaan met de wijkagent die zich bedreigd heeft gevoeld. Van dat aanbod is geen gebruik gemaakt. Hij had die wijkagent en daarmee een ieder willen laten zien dat van hem geen rare acties meer zijn te verwachten en dus niet behoeft te worden gevreesd.
87. [verdachte] wil zich op de toekomst richten. Die toekomst zal met zijn hartproblemen niet altijd gemakkelijk zijn. Maar ik ben ervan overtuigd dat het hem zal lukken om met de nodige steun van Neocura een goed, zinvol bestaan op te bouwen. Stap voor stap. Ik hoop van harte dat uw gerechtshof hem dat toekomstperspectief niet zal ontnemen. [verdachte] is in verschillende opzichten de laatste jaren meer dan genoeg gestraft.”