Conclusie
1.Het cassatieberoep
2.Samenvatting feiten en het procesverloop
3.Bewezenverklaring en bewijsvoering
zij op 12 februari 2018 in een pand aan de [a-straat 1] te Amsterdam, tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk aanwezig heeft gehad 39 hennepplanten, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
zij op 12 februari 2018 in een pand aan de [b-straat 1] te [plaats] , tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk aanwezig heeft gehad 21 hennepplanten en 17 hennepstekken, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.”
Bewijsmiddel ten aanzien van feit 1
mededeling van voornoemde verbalisant:
- Kweektent 2,5 x 5 meter
- 39 planten van circa 1.50 meter hoog
- 12 lampen, LED 600 watt
- 2 slakkenhuizen
- 2 koolstoffilters
- 5 ventilatoren
Ik, verbalisant, constateerde, gezien de waargenomen uiterlijke kenmerken, kleur en vorm, en daarnaast de herkenbare geur, dat de aangetroffen planten hennepplanten betroffen.
mededeling van voornoemde verbalisanten:
- 12 planten
- 4 lampen LED
- 30 plantenbakken, gebruikt
- 1 koolstoffilter
- 2 afzuiginstallatie
- 1 ventilator
- 2 vernevelaars
- 2 thermometers
- 2 knipscharen
- 1 tijdschakelaar
- 1 snelheidsregelaar
- 1 slakkenhuis
- 9 hennepplanten
- 5 lampen, LED
- 1 koolstoffilter
- 1 afzuiginstallatie
- 1 ventilator
- 1 vernevelaar
- 1 tijdschakelaar
- 5 voedingsmiddelen op de tweede verdieping naast de ingang naar ruimte B.
- 1 airco op de overloop op de eerste verdieping.
- 1 droognet met hennepresten in een slaapkamer op de eerste verdieping.
- 17 hennepstekken in een potje met water in een slaapkamer op de eerste verdieping.
Wij, verbalisanten, constateerden, gezien de waargenomen uiterlijke kenmerken, kleur en vorm, en daarnaast de herkenbare geur, dat de aangetroffen planten hennepplanten betroffen.
verdachte:
A: Ik maak gebruik van de cannabis die mijn man verbouwt.
V: Bent u op de hoogte van de stafbaarheid van het kweken van hennep?
A: Ja. De hennep was voor mijn man en mij.”
4.Het eerste middel
5.Het tweede middel
Aangevoerd wordt dat voor zover het hof heeft overwogen dat wanneer het bestralen van de cannabis met gammastraling onder de juiste omstandigheden wordt toegepast, het geen negatieve invloed heeft op de samenstelling van het product, het hof miskent dat de verdachte haar geboorteland Japan heeft verlaten vanwege het stralingsgevaar betreffende de kernramp van Fukushima en de traumatische invloed op de Japanse cultuur ten gevolge van de twee atoombommen op Hiroshima en Nagasaki. Op grond hiervan kon zij, aldus haar raadsman “redelijkerwijs niet worden geconfronteerd met bestraalde medische cannabis”. De steller van het middel voert aan dat op dit onderdeel van het noodtoestand-verweer door het hof geen beslissing is gegeven.