Conclusie
1. Het Algemeen Dossier d.d. 11 mei 2019, p. 3-14, voor zover inhoudende als relaas verbalisant:
hof: bijlage p. 1156), de machtiging/wilsverklaring bij het RDW (
hof: bijlage p. 1155) en de advertentie van de Audi (
hof: bijlage p. 1154).
het hof: [betrokkene 2] ).
11.Kennisgeving van inbeslagneming d.d. 19 februari 2019 (p. 1310-1311):
het hof begrijpt: de Audi A3 met kenteken [kenteken 1])
het hof: [n-straat 1] te [plaats]), werd een auto gelokaliseerd waarvan de autosleutel in de woning van de verdachte werd aangetroffen. Betreffend voertuig merk Audi, type A3 Quattro V6, kleur donkergrijs en voorzien van het Nederlandse kenteken [kenteken 1] werd inbeslaggenomen en overgebracht naar het bergingsbedrijf […] .
het hof: foto’s op pagina 1260).
14.Kennisgeving van inbeslagneming, p. 1370, voor zover inhoudende:
15.Kennisgeving van inbeslagneming, p. 1380, voor zover inhoudende:
het hof: [verdachte]) geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] /1986.
opmerking hof: ontvangen zijn diverse afvormingen van werktuigsporen, opgenomen bij de specifiek bewezenverklaarde feiten)
het hof begrijpt gelet op bewijsmiddel 9: op 17 februari 2019).’
19. Proces-verbaal doorzoeking ter inbeslagneming d.d. 20 februari 2019, p. 1243-1249, voor zover inhoudende als relaas van verbalisant:
het hof: bedoeld worden de kaart met overzicht locaties gepleegde feiten en de kaart met locaties uit het notitieboekje zoals afgebeeld op pagina 1097), komen de adressen van het adresboekje nagenoeg overeen met inbraken gepleegd te [plaats] met de modus operandi openbreken sleutelkastjes.
het hof: blijkens de kaart afgebeeld op pagina 1099 komt de [a-straat] uit op de [straat] in [plaats])
24.Kennisgeving van inbeslagneming, p. 1377, voor zover inhoudende:
het hof verwijst ter verduidelijking naar de in dit bewijsmiddel opgenomen afbeeldingen: de onderste afbeelding met waypoints te [plaats] op pagina 1188, de afbeeldingen met waypoints te [plaats] en te [plaats] op pagina 1189 en de afbeelding met reisbewegingen op pagina. 1190)’
27. Proces-verbaal van bevindingen (inbeslagname spijkerbroek, geld en sleutelbos) d.d. 22 februari 2019, p. 1101-1102, voor zover inhoudende als relaas van verbalisanten:
het hof begrijpt dat dit moet zijn [a-straat 2]) te [plaats] een geldbedrag is gestolen van 70 euro, bestaande uit briefgeld van 3 x 20 euro en 1 x 10 euro. Daarnaast is een geldbedrag aan muntgeld gestolen van ongeveer 10 euro.
het hof: uitdraai Google Maps op pagina 1106).
het hof begrijpt: de in het berghok onder de trap aangetroffen spijkerbroek). Als [betrokkene 6] dat zegt, dan kan dat zo zijn.
het hof begrijpt: [n-straat 1] [plaats]) lag kleding van jou.
het hof begrijpt: [betrokkene 6]) ook. Die is gewoon voor thuis.
32.Kennisgeving van inbeslagneming, p. 1277-1278, voor zover inhoudende:
het hof: de linkerfoto afgebeeld op pagina 1135). Ik herkende de persoon op de foto als zijnde: [verdachte] , geboren op [geboortedatum] 1986 te [geboorteplaats] . Ik herkende [verdachte] aan zijn gelaat. Zijn spits gezicht, grote neus en haargrens.
het hof: van [betrokkene 6]) wonen bij de ouders van [betrokkene 6] en haar tweeling heet [betrokkene 7] en [betrokkene 8] . Op 6 januari 2019, was de situatie uit de hand gelopen en politie kwam ter plaatse.
34. Proces-verbaal van bevindingen technisch hulpmiddel d.d. 20 februari 2019, p. 1091-1093, voor zover inhoudende als relaas van verbalisant:
het hof begrijpt: 18 februari 2019) gedaan?
het hof begrijpt; in de ochtend) zag ik hem zitten op de bank.
het hof begrijpt: [n-straat 1] [plaats]). Ik ben wakker geworden rond 00.00. Toen was hij er niet.
Voor de onder feit 2 bewezenverklaarde inbraak met geweld op 19 februari 2019 in de woning aan de [a-straat 1] te [plaats] :
het hof begrijpt: Willem de derde):
het hof: 2019) stelde ik, verbalisant, een onderzoek in naar de inbeslaggenomen sieraden welke in de woning werden aangetroffen waar [verdachte] werd aangehouden (
het hof begrijpt: [n-straat 1] te [plaats]).
het hof: foto op pagina 506).
foto’s pagina 508-512). Wij toonden [slachtoffer 1] deze goederen en documenten. Wij hoorden dat [slachtoffer 1] zei dat hij al deze goederen en documenten herkende als zijn eigendom.
foto pagina 508).
het hof: [verdachte]) geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] /1986.
het hof begrijpt: [n-straat 1] te [plaats]), werd een auto gelokaliseerd waarvan de autosleutel in de woning van de verdachte werd aangetroffen. Betreffend voertuig, merk Audi, type A3 Quattro V6, kleur donkergrijs en voorzien van het Nederlandse kenteken [kenteken 1] , werd inbeslaggenomen.
het hof begrijpt dat dit [a-straat 2] moet zijn) te [plaats] een geldbedrag is gestolen van 70 euro, bestaande uit briefgeld van 3 x 20 euro en 1 x 10 euro. Daarnaast is daar een geldbedrag aan muntgeld gestolen van ongeveer 10 euro.
het hof: [verdachte]) geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] /1986.
het hof begrijpt: de dochter van [slachtoffer 4]) deze tas ook niet had meegenomen. [slachtoffer 4] is daarop direct naar huis gekomen en zag toen ze thuis kwam dat haar zwarte laptop van het merk HP ook weg was. Deze lag in een bordeaux rode hoes op de kast in de woonkamer. [slachtoffer 4] zag ook dat de laptop van haar dochter weg was. Dit betrof een zilverkleurige HP Probook 4340S, deze lag eerst op de tafel in de woonkamer. Er zijn geen braaksporen aanwezig en wij hebben geen camera's ophangen. Wij beschikken niet over een alarmsysteem en er waren geen getuigen.
hof: p. 1051) is te zien dat de verdachte [verdachte] de shop in gaat. De verdachte is duidelijk herkenbaar op deze beelden. Vervolgens gaat de verdachte een flesje water drinken en rekent dit af met contant geld.
Voor de onder feit 2, primair bewezenverklaarde poging tot inbraak op 19 februari 2019 in de woning aan de [a-straat 3] te [plaats] :
het hof: [verdachte]) geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] /1986.
het hof: [verdachte]) geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] /1986.
het hof: [verdachte]) geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] /1986
het hof: [verdachte]) geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] /1986.
het hof: [verdachte]) geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] /1986.
het hof: [verdachte]) geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] /1986.
hof: op 11 februari 2019] eerst naar het adres de [straat] te [plaats] gereden omdat daar het slachtoffer van de overval, [slachtoffer 11] , naar toe gebracht was nadat ze door ambulance personeel was onderzocht. Op dit adres woonde een dochter van het slachtoffer. Het slachtoffer zat in de woonkamer op een zitbank, gedeeltelijk onder een deken. Wij zagen dat de armen en handen van het slachtoffer grote blauwe plekken vertoonden. Het slachtoffer vertelde ons dat ze ‘s-nachts wakker was geworden omdat er een man naast haar bed stond. Deze man trok haar mobiele alarmknop van haar nek en vervolgens trok hij haar aan beide armen uit haar bed zodat ze op de grond was gevallen. De man doorzocht de kasten in haar slaapkamer. Vervolgens kwam hij naar haar toe en rukte een ring van haar vinger en twee armbanden van haar arm.
het hof: [verdachte]), geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] /1986.
het hof: [verdachte]) geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] /1986.
het hof: [verdachte]) geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] /1986.
het hof: [verdachte]) geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] .
het hof: [verdachte]) geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] /1986.
het hof begrijpt: [betrokkene 2]).
het hof begrijpt: [betrokkene 2]), maar deze verklaring is door [betrokkene 2] in hoger beroep betwist. Het hof ziet geen aanleiding om te twijfelen aan diens verklaring.
het hof merkt op dat de rechtbank in haar vonnis abusievelijk als pleegdatum de nacht van 7 op 8 oktober 2018 heeft genoemd), met als onderbouwing dat één van de aangeefsters heeft verklaard dat de dader een Limburgs accent had. De rechtbank heeft overwogen dat er mogelijk sprake was van twee daders van wie een, niet zijnde de verdachte, met een Limburgs accent sprak. De verdachte is van Marokkaanse komaf en heeft geen Limburgs accent, zoals ook het hof ter terechtzitting in hoger beroep heeft vastgesteld. Omdat de steller van de tenlastelegging er voor had gekozen om geen (vorm van) medeplegen ten laste te leggen heeft de rechtbank de verdachte geheel vrijgesproken van de feiten 22, 23 en 24, omdat niet uitgesloten kon worden dat een medeverdachte (alleen) de woningen betreden heeft, heeft trachten te betreden dan wel de sleutelkastjes heeft vernield. In hoger beroep is op vordering van de advocaat-generaal de tenlastelegging echter gewijzigd zodat (onder andere) ten aanzien van deze feiten thans het medeplegen ten laste is gelegd, en ter beoordeling aan het hof voorligt.
eerstedeelklacht houdt in: ‘De vaststelling van het hof, inhoudende dat diverse inbraken die bij elkaar in de buurt zijn gepleegd, aan elkaar kunnen worden gelinkt door nabijheid in plaats en tijd, is onbegrijpelijk in het licht van de feiten en omstandigheden in het dossier’.
tweededeelklacht houdt in: ‘Het hof heeft ten onrechte gebruik gemaakt van een schakelbewijsconstructie op grond van de door het hof onderscheiden modus operandi, terwijl die modus operandi niet kan volgen uit de gebezigde bewijsmiddelen’. Het hof zou die modus operandi volgens de steller van het middel eigenlijk alleen hebben gevonden ‘in twee elementen, namelijk het openbreken van sleutelkastjes en het zich met de aldus verworven sleutel de toegang tot de woning verschaffen’. De steller van het middel voert aan dat de raadsman van de verdachte het standpunt heeft ingenomen dat deze werkwijze niet zodanig uniek en onderscheidend is dat zij alleen aan één verdachte kan worden toegerekend. Het hof zou hebben nagelaten uiteen te zetten waarom de door het hof onderscheiden werkwijze in de onderhavige zaak onderscheidend zou zijn ten opzichte van de namens de verdachte naar voren gebrachte soortgelijke zaken.
derdedeelklacht houdt in: ‘het steunbewijs dat door het hof wordt gebezigd ten aanzien van de bewezenverklaring van de (pogingen) woninginbraken volgt niet uit de bewijsmiddelen, althans had het hof dit steunbewijs niet voor het bewijs mogen gebruiken zonder nadere motivering, gelet op hetgeen namens (de verdachte) naar voren is gebracht’. De steller van het middel voert aan dat het hof vaststellingen heeft gedaan ‘om zo de schakelbewijsconstructie die is toegepast te ondersteunen’, maar bij een aantal van die vaststellingen zouden de overwegingen van het hof (zonder nadere motivering) onbegrijpelijk zijn. Zo heeft het hof bij een aantal feiten een notitieboekje dat is aangetroffen in de woning waar de verdachte verbleef als onderdeel van de bewijsconstructie gebezigd, maar heeft het hof volgens de steller van het middel geen overweging gewijd aan de vraag wat de link is tussen het aangetroffen boekje en de verdachte. En het hof heeft de bakengegevens van de Audi A3 tot het bewijs gebezigd terwijl uit de vaststellingen van het hof niet zou blijken dat de verdachte op dat moment de bestuurder van de Audi is geweest.
eerste‘thematische klacht’ een slag anders verwoord: het hof zou ten onrechte het verweer inhoudend dat de aangetroffen schroevendraaier A niet aan de verdachte kan worden gelinkt in de periode voordat hij in het bezit was van de Audi A3, terzijde hebben geschoven.
tweededeelklacht houdt in dat de vaststelling van het hof dat niemand anders dan de verdachte gebruik zou hebben gemaakt van de Audi A3 niet zou blijken uit de bewijsmiddelen. In de toelichting verwoordt de tweede ‘thematische klacht’ het een slag anders: het hof zou ten onrechte het verweer inhoudend dat niet is gebleken dat niemand anders gebruik heeft gemaakt van de Audi A3 die aan de verdachte wordt toegeschreven hebben verworpen, althans die verwerping ontoereikend hebben gemotiveerd in het licht van hetgeen namens de verdachte naar voren is gebracht.
derdedeelklacht houdt in dat het onder parketnummer 03-232412-19 onder 16, 24 en 28 bewezenverklaarde niet uit de bewijsmiddelen kan worden afgeleid nu ’s hofs vaststelling dat de signalementen die de aangevers van deze feiten hebben opgegeven passen bij het daderschap van de verdachte (naar ik begrijp) onvoldoende zou zijn gemotiveerd. De derde ‘thematische klacht’ verwoordt het in de toelichting weer wat anders: het hof zou ten onrechte het verweer inhoudend dat de signalementen die worden beschreven door de aangevers van deze feiten niet overeenkomen met het daderschap van verdachte hebben verworpen.