Conclusie
eiseres tot cassatie,
10. [verweerster 10] B.V.,
10. [verweerster 10] B.V.,
1.Inleiding
in cash). Beleggers hebben ook participaties in andere fondsen ingebracht in de Primaire Sinano Fondsen (
in kind) en aldus in de Primaire Sinano Fondsen belegd. De vordering die deze beleggers in deze procedure instellen, berust erop dat Ortelius vanaf eind 2008 geen participaties in de Primaire Sinano Fondsen had mogen inkopen van participanten (want daarvoor teveel betaalde, ten nadele van de overblijvende participanten). De beleggers stellen door een en ander schade te hebben geleden.
2.Feiten en procesverloop
(...)
in kind, wat wil zeggen dat zij voorafgaand aan hun participatie reeds geïnvesteerd hadden in fondsen en deze investering in natura inbrachten in een van de Primaire Sinano Fondsen in ruil voor een participatie in dat fonds en daarmee participant werden in dat fonds. Zij investeerden dus niet door overmaking van een geldbedrag in ruil voor een participatie.
in cash, wat wil zeggen dat zij door overmaking van een geldbedrag en aankoop van een participatie participant werden in het betreffende fonds.
in kindals
in cash.
in kindhebben belegd in de fondsen (de beleggers sub 1 en 5-9 dus; zie hiervoor in 2.1 onder (viii), sub (a) en (c)). De vorderingen van de beleggers sub 1-5 en 10 strekken tot vergoeding van de inleg
in cashin de Primaire Sinano Fondsen aan deze beleggers, die
in cashin de fondsen hebben belegd. Deze vorderingen zijn gebaseerd op de stelling dat deze beleggers niet zouden zijn ingestapt als zij waren geïnformeerd over de werkelijke stand van zaken in deze fondsen. Alle vorderingen zijn onder meer gebaseerd op de stellingen (a) dat eind 2008 een groot deel van de hedgefondsen waarin belegd werd, op slot zat – dat wil zeggen geen handel in de participaties daarin meer plaatsvond – en die fondsen geen officiële NAV’s meer afgaven, omdat eind september 2008 de markt ineengestort en weggevallen was, en bij gebreke aan prijsvorming een betrouwbare waardering niet mogelijk was, en (b) dat ook de Primaire Sinano Fondsen daarom gesloten hadden moeten worden (dat wil zeggen de in- en verkoop van de participaties daarin gestaakt had moeten worden). [7]
Geen NAV’s voor (een groot deel van) de onderliggende fondsen per 31 december 2008
Wanprestatie Ortelius en onrechtmatig handelen Circle Investment en Hermes
3.Bespreking van de cassatiemiddelen
NJ2003, 110, is de hiervoor aangehaalde rechtspraak in die zin verduidelijkt dat hier sprake is van een uitleg naar objectieve maatstaven, waarbij onder meer acht kan worden geslagen op de elders in de CAO gebruikte formuleringen en op de aannemelijkheid van de rechtsgevolgen waartoe de onderscheiden, op zichzelf mogelijke tekstinterpretaties zouden leiden.” [25]
eenszijn over de door hem genoemde uitleg van de memoranda. In rov. 3.5 overweegt het hof immers dat Circle c.s. “
onweersprokenhebben toegelicht dat NAV’s door de onafhankelijke administrateurs van hedgefondsen via de erkende kanalen direct worden gestuurd naar alle bewaarbanken wereldwijd en in het geval van fund-of-funds naar de administrateurs van die fund-of-funds” (cursivering toegevoegd). [39] Dat kan zijn oordeel reeds dragen, nu partijen op dit punt vrij zijn om een gemeenschappelijk standpunt in te nemen en dat punt aldus buiten de rechtsstrijd te plaatsen. De middelen bevatten geen klachten tegen de vaststelling van het hof dat partijen het over de uitleg van de Informatiememoranda op dit punt eens zijn. Volledigheidshalve merk ik op dat die vaststelling feitelijk is en in het licht van het hiervoor in 3.6 en 3.7 vermelde niet onbegrijpelijk.
Subonderdeel 1.1klaagt
onder adat het hof een verkeerde maatstaf heeft aangelegd voor de uitleg van de inhoud van de Informatiememoranda, waaronder het voorschrift in hoofdstuk 14 'In- en verkoop van Participaties door het Fonds' tot 'Vaststelling en publicatie van de Intrinsieke waarde (NAV)’ (p. 34). Het subonderdeel betoogt dat in gevallen als het onderhavige geldt dat aan bepalingen in Informatiememoranda een uitleg naar objectieve maatstaven dient te worden gegeven, waarbij in beginsel de bewoordingen van de bepalingen doorslaggevend zijn aan de hand van de betekenis die een gemiddeld geïnformeerde, omzichtige en oplettende (gewone) belegger aan de letterlijke bewoordingen gelezen in het licht van de gehele tekst van deze memoranda, mag toekennen (de cao-norm dus). Door de bewoordingen in het voorschrift zo uit te leggen dat officiële door de administrateurs afgegeven NAV’s van de onderliggende fondsen vereist zijn, heeft het hof volgens het subonderdeel aan de letterlijke taalkundige betekenis van de bewoordingen ten onrechte geen doorslaggevende betekenis toegekend.
onder baan dat het hof, voor zover het beslissend gewicht heeft toegekend aan de (onweersproken) toelichting van Circle c.s. dat NAV’s door de onafhankelijke administrateurs van hedgefondsen via de erkende kanalen direct worden gestuurd naar alle bewaarbanken wereldwijd en in het geval van fund-of-funds naar de administrateurs van die fund-of-funds, een verkeerde maatstaf heeft aangelegd, nu deze toelichting niet relevant is voor een uitleg conform de cao-norm. Het hof heeft volgens het subonderdeel de grondslag van de vorderingen bovendien rechtens ontoelaatbaar aangevuld, nu deze toelichting van Circle c.s. niet geldt als hetgeen de beleggers aan hun vorderingen ten grondslag hebben gelegd.
subonderdeel 1.1 onder c, dat daarvoor sprake had dienen te zijn van een onduidelijk beding of van een onduidelijke voorwaarde die voor meer dan een uitleg vatbaar is en dat daarvan geen sprake is.
onder ddat indien in het oordeel van het hof dat Circle c.s. onweersproken hebben toegelicht dat NAV’s door de onafhankelijke administrateurs van hedgefondsen via de erkende kanalen direct worden gestuurd naar alle bewaarbanken wereldwijd en in het geval van fund-of-funds naar de administrateurs van die fund-of-funds, besloten ligt dat Circle c.s. bevestigden dat sprake moest zijn van officiële door de administrateurs afgegeven NAV’s van de onderliggende fondsen, dit onbegrijpelijk is, nu in de stellingen van Circle c.s. besloten ligt dat NAV’s ook op andere wijze zijn bekendgemaakt.
Subonderdeel 7.1voert aan dat dit oordeel onbegrijpelijk is als het hof hiermee tot uitdrukking heeft willen brengen dat de participanten ervan zouden hebben mogen uitgaan dat de door de administrateur van de onderliggende fondsen afgegeven intrinsieke waardes betrouwbaar waren, aangezien uit de Informatiememoranda niet valt af te leiden dat de beheerder van de Primaire Sinano Fondsen aan de participanten tevens de intrinsieke waardes van de onderliggende fondsen zou verstrekken.
officiële NAV’swerden afgegeven en dat die NAV’s door een onafhankelijke administrateur waren vastgesteld en langs de erkende kanalen bekend zijn gemaakt. Over de aan de NAV’s te stellen eisen waren partijen het dus eens, zoals het hof in cassatie onbestreden heeft vastgesteld (zie hiervoor in 3.8 tweede alinea). Naar de vaststelling van het hof voldoen de in het geding gebrachte stukken echter niet aan die eisen, anders dan Ortelius en Circle c.s. de hele procedure hebben aangevoerd, maar pas na het tussenarrest van het hof behoorlijk kon worden onderzocht, toen zij de relevante stukken in het geding hadden gebracht. De vaststelling van het hof in rov. 3.5 dat de stukken niet aan de eisen voldoen, is feitelijk, voldoende gemotiveerd en niet onbegrijpelijk. Overigens is, zoals hiervoor in 3.8 eerste alinea opgemerkt, de uitleg van de Informatiememoranda waarvan het hof op dit punt is uitgegaan (in navolging van partijen), ook geenszins onbegrijpelijk.
individueleNAV’s van de onderliggende fondsen. Het hof verwijst in rov. 3.6 aanvang tweede alinea voor dit oordeel naar pagina 27 van de Informatiememoranda, waarvoor daarvoor eveneens steun is te vinden (doordat daar wordt verwezen naar ‘informatie door de betreffende hedgefondsmanagers’ die de beheerder van de fondsen nodig heeft). Overigens ligt die uitleg ook bepaald voor de hand, nu, als gezegd, bij de belegging in de Sinano Fondsen van essentieel belang was dat een juiste vaststelling van alle onderliggende NAV’s plaatsvond, opdat ook de NAV van de Primaire Sinano Fondsen en dus van de waarde van de participaties in die fondsen correct kon worden vastgesteld (zie hiervoor in 3.8 eerste alinea). [41]
Subonderdeel 1.2bevat de klacht dat het hof het onderscheid dat de Informatiememoranda maken tussen de periodieke waardering van het fonds – waarvoor de ‘20/80-regel’ niet geldt volgens het subonderdeel – en de vaststelling van de waarde van de participaties – waarvoor die regel wel geldt volgens het subonderdeel – heeft miskend, althans dat onbegrijpelijk is dat het hof geen kenbare betekenis heeft toegekend aan het onderscheid. Volgens
subonderdeel 1.3heeft het hof de beoordelingsvrijheid van de beheerder bij de nakoming van de maandelijkse rapportageverplichting miskend. Voor deze verplichting geldt volgens het subonderdeel niet de ‘20/80-regel’, maar mag de beheerder ook gebruikmaken van een schatting.
subonderdeel 3.2temeer omdat het hof in rov. 4.2 van het tussenarrest heeft geoordeeld dat de Portfolio Holding Reports betrouwbare informatie bevatten over de waarde van de managed accounts. Zonder nadere motivering is volgens het subonderdeel onbegrijpelijk waarom het hof in rov. 3.5 van het eindarrest niettemin oordeelt dat deze Portfolio Holding Reports toch niet zulke informatie zouden bevatten.
Subonderdelen 2.1 en 2.4bevatten tegen dit oordeel voortbouwklachten die geen afzonderlijke bespreking behoeven.
Subonderdeel 2.2klaagt dat het hof door de onrechtmatigheid van het handelen van Circle Investment te gronden op de door de beleggers niet zelfstandig aangevoerde stelling dat Circle Investment per 31 december 2008 NAV’s heeft berekend, terwijl er onvoldoende officiële door administrateurs van de hedgefondsen afgegeven NAV’s waren, de door de beleggers aangevoerde grondslag van hun vordering in strijd met art. 24 Rv heeft aangevuld. Het subonderdeel bevat voorts de klacht dat dit oordeel van het hof rechtens onjuist is, nu het Circle Investment als administrateur niet vrijstond af te zien van de vaststelling van de NAV van de Primaire Sinano Fondsen per transactiedatum, omdat zij in het belang van toetredende en uittredende beleggers de actuele waarde en waardefluctuatie per transactiedatum bekendmaakte.
Subonderdeel 8.1betoogt dat het hof ten onrechte de maatstaf van een redelijk handelend en redelijk bekwaam beheerder heeft gehanteerd. De rechtsverhouding is volgens het subonderdeel geregeld in de Informatiememoranda en het handelen van de beheerder moet dan ook worden getoetst aan hetgeen daarin is vermeld. Volgens
subonderdeel 8.2heeft het hof bij het hanteren van de genoemde maatstaf miskend dat het vertrekpunt is dat het gaat om een discretionaire bevoegdheid van de beheerder om over te gaan tot opschorting.
verplichtingtot opschorting. Het hof heeft in rov. 3.8 bij de toetsing aan de maatstaf van de redelijk handelend en redelijk bekwaam beheerder echter geoordeeld dat de beheerder in de gegeven omstandigheden van die mogelijkheid tot opschorting gebruik had moeten maken. Als gezegd geeft dat oordeel geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting. Onbegrijpelijk is dat oordeel evenmin.
Onderdeel 3van Circle c.s. klaagt
onder adat het hof in rov. 3.9, door onbesproken te laten of de onrechtmatige gedragingen zijn aan te merken als misleiding, de toewijsbaarheid van de vorderingen in strijd met art. 24 Rv niet heeft onderzocht en beslist op basis van hetgeen de beleggers aan hun vorderingen ten grondslag hebben gelegd, aangezien de beleggers steeds aan de vorderingen ten grondslag hebben gelegd dat sprake was van misleiding. Het hof had, zo stelt het subonderdeel, kenbaar in de beoordeling moeten betrekken of de onjuistheid of onvolledigheid van de informatieverschaffing aan de beleggers als (potentiële) beleggers van voldoende materieel belang was om hen, als een gemiddeld geïnformeerde, omzichtige en oplettende (gewone) belegger tot wie de mededeling zich richt of die zij bereikt te kunnen misleiden, en of deze bij diens beleggingsbeslissing daadwerkelijk door de misleidende informatieverschaffing is beïnvloed en als gevolg daarvan ook werd benadeeld. Nu het hof in het midden heeft gelaten of sprake is van misleiding, moet het er volgens het subonderdeel in cassatie veronderstellenderwijs voor worden gehouden dat de gedragingen van Circle c.s. niet zijn aan te merken als misleiding en daarvan uitgaande had het hof de vorderingen niet kunnen toewijzen.
onder baan dat de overwegingen van het hof in rov. 3.9 de toewijzing van de vorderingen voor de periode van 31 december 2008 tot oktober 2010 niet kunnen dragen, nu het hof zijn oordelen dat de beleggers niet behoorlijk zijn geïnformeerd over de werkelijke stand van zaken in de Primaire Sinano Fondsen ten onrechte heeft beperkt tot de peildatum van 31 december 2008, toen er geen NAV's afgegeven hadden mogen worden en de inkoop van participaties opgeschort had moeten worden. Het onderdeel betoogt dat het hof ook voor de periode na 31 december 2008 had moeten beoordelen en vaststellen of de onderliggende fondsen wel definitieve NAV's (officieel) hebben bekendgemaakt op grond waarvan Circle Investment in de periode van december 2008 tot oktober 2010, toen beleggers inlegden ‘in cash', conform de Informatiememoranda wel de Intrinsieke waarde (NAV) van de Primaire Sinano Fondsen kon berekenen c.q. mocht vaststellen.