Conclusie
1.Inleiding
2.Het middel
bestemdis als bewijsmiddel [4] , zie ik niet in waarom een G/F-waarde in combinatie met andere vaststellingen niet zou kunnen leiden tot het oordeel dat de verdachte onder invloed van alcohol niet tot behoorlijk besturen in staat was als bedoeld in art. 8 lid 1 WVW 1994. Anders dan bij art. 8 lid 2 en lid 3 WVW 1994 hoeft voor een veroordeling voor art. 8 lid 1 WVW 1994 immers niet een exact aantal microgram alcohol per liter uitgeademde lucht te worden vastgesteld, terwijl uit nadere vaststellingen kan volgen dat de verdachte kennelijk dermate onder invloed van alcohol was, dat hij niet tot behoorlijk besturen in staat was als bedoeld in art. 8 lid 1 WVW 1994.