4.2Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat:
hij in of omstreeks de periode van 22 juni 2019 tot en met 11 oktober 2019 in Nederland,
tezamen en in vereniging met anderen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van
artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk uitvoeren van 140 kilo amfetamine
(speed), een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, bestemd voor Finland
voor te bereiden,
tezamen en in vereniging met één of meer anderen,
- zich en anderen gelegenheid en inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te
verschaffen (sub 2) en
- voorwerpen en gelden voorhanden hebben gehad, waarvan verdachte en verdachtes
mededaders wisten dat die bestemd waren tot het plegen van dat feit (sub 3),
immers heeft verdachte, tezamen en in vereniging met zijn mededaders
- meermalen contact gehad via cryptotelefoons over de uitvoer van 140 kilo speed naar
Finland en
- ontmoetingen gehad in [plaats] (in [C] ) en in [plaats] en in [plaats] (in
Hotel [A] ) om te overleggen over de uitvoer van 140 kilo speed naar Finland en
- cryptotelefoons voorhanden gehad om te communiceren over de uitvoer van 140 kilo
speed naar Finland en
- een geldbedrag van 78.000 voorhanden gehad dat bestemd was voor de financiering van de
uitvoer van 140 kilo speed naar Finland;
3. (zaaksdossier 9)
hij in de periode van 24 januari 2020 tot en met 2 maart 2020 in Nederland, tezamen en in
vereniging met anderen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht,
als bedoeld in artikel 1 lid 5 van de Opiumwet, ongeveer 86 kilo amfetamine (speed), zijnde
amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
4. (zaaksdossier 10)
hij in de periode van 25 januari 2020 tot en met 1 maart 2020 in Nederland, tezamen en in
vereniging met anderen, om een feit, als bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10
van de Opiumwet,
te weten het opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland brengen, als bedoeld in
artikel 1 lid 5 van de Opiumwet, van 30 kilo amfetamine (speed), een middel vermeld op de
bij de Opiumwet behorende lijst 1, bestemd voor Denemarken, voor te bereiden,
tezamen en in vereniging met zijn mededaders,
- een ander heeft getracht te bewegen om dat feit mede te plegen en
- zich en anderen gelegenheid en inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te
verschaffen en
- voorwerpen voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte en verdachtes mededaders wisten,
dat die bestemd waren tot het plegen van dat feit,
immers heeft verdachte, tezamen en in vereniging met zijn mededaders
- aan een persoon gevraagd om de partij amfetamine de grens bij Denemarken over te
brengen en
- meermalen contact gehad via cryptotelefoons om te overleggen over de uitvoer van 30 kilo
amfetamine naar Denemarken en
- cryptotelefoons voorhanden gehad om te communiceren over de uitvoer van 30 kilo
amfetamine naar Denemarken en
- een hoeveelheid amfetamine bestemd voor Denemarken voorhanden gehad;
5. (zaaksdossier 11)
hij in de periode 3 januari 2018 tot en met 2 maart 2020 in Nederland, heeft deelgenomen
aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te
weten [verdachte] , [medeverdachte 3] , [betrokkene 1] , [betrokkene 2] en [betrokkene 3] , welke
organisatie tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven namelijk:
- het buiten het grondgebied van Nederland brengen en het bereiden en/of bewerken en/of
verwerken en vervaardigen en vervoeren en leveren en verkopen en afleveren en
verstrekken van middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, strafbaar
gesteld in artikel 2 aanhef en onder A en B en D van de Opiumwet en
- het plegen van strafbare voorbereidingshandelingen als bedoeld in artikel 10a van de
Opiumwet en
- witwassen als bedoeld in artikel 420bis en artikel 420ter van het Wetboek van Strafrecht;
6. (zaaksdossier 12, 14, 16 en 17)
hij in de periode van 13 april 2019 tot en met 8 november 2019, in Nederland en/of in
[plaats] (Finland), tezamen en in vereniging met anderen, geldbedragen, te weten
(zaaksdossier 12)
- op 13 april 2019 een bedrag van 30.000 euro en
(zaaksdossier 16)
- op 3 augustus 2019 een bedrag van 5000 euro en
(zaaksdossier 14)
- in de periode van 27 augustus tot en met 2 september 2019 een bedrag van 78.000 euro en
(zaaksdossier 17)
- in de periode van 30 oktober tot en met 8 november 2019 een bedrag van 140.000 euro,
heeft verworven, voorhanden heeft gehad en heeft overgedragen, terwijl hij, verdachte en
die mededaders wisten dat die geldbedragen geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of
middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf en hij, verdachte en die mededaders van het
plegen van dit feit een gewoonte hebben gemaakt.”