Conclusie
1.Het cassatieberoep
2.Bewezenverklaring en bewijsvoering
[slachtoffer]:
verdachte, zoals afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep van 16 april 2024, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Parket bij de Hoge Raad
In deze zaak is de verdachte, geboren in 1997, veroordeeld door het gerechtshof Amsterdam voor eenvoudige belediging en mishandeling. De verdachte gooide eieren naar een spreker tijdens een lezing aan de Universiteit van Amsterdam en beet een persoon in de duim tijdens een burgeraanhouding. Het hof oordeelde dat de burgeraanhouding voldeed aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit, en verwierp het beroep op noodweer. De verdediging stelde dat de aanhouding niet rechtmatig was en dat de verdachte zich mocht verdedigen. De Hoge Raad bevestigde de verwerping van het beroep op noodweer, waarbij werd gesteld dat de feiten en omstandigheden die de rechter hanteert voor de weerlegging van een beroep op noodweer niet dezelfde eisen stellen als voor de bewezenverklaring van de tenlastelegging. De conclusie van de Procureur-Generaal strekt tot verwerping van het cassatieberoep.