In deze zaak is de verdachte, geboren in 1989, bij arrest van 4 april 2023 door het gerechtshof 's-Hertogenbosch veroordeeld voor mensenhandel en andere delicten tot een gevangenisstraf van 32 maanden, met een vrijheidsbeperkende maatregel die een gebiedsverbod en contactverbod omvat. De verdachte heeft cassatie ingesteld tegen deze vrijheidsbeperkende maatregel. De conclusie van de procureur-generaal, V.M.A. Sinnige, is dat het beroep moet worden verworpen. De klachten van de verdachte richten zich op de duur van de vervangende hechtenis en de formulering van het gebiedsverbod. De procureur-generaal concludeert dat de opgelegde maatregelen niet in strijd zijn met de wet en dat de motivering van het hof voldoende is, ondanks dat deze summier is. De procureur-generaal merkt op dat de redelijke termijn voor de uitspraak is overschreden, wat leidt tot strafvermindering. De conclusie strekt tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft de strafoplegging, en tot verwerping van het beroep voor het overige.