3.4De bewezenverklaring berust onder meer op de volgende in de aanvulling op het arrest opgenomen bewijsmiddelen (met weglating van verwijzingen):
“1. Het in de wettelijke vorm opgemaakte
proces-verbaal van aangifte, […], d.d. 12 maart 2022, opgemaakt en ondertekend door [verbalisant 1] , verbalisant, […], voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende als verklaring van [slachtoffer] :
Ik doe aangifte van feitelijke aanranding van de eerbaarheid, gepleegd op 12 maart 2022 te Utrecht.
2. Het in de wettelijke vorm opgemaakte
proces-verbaal van aangifte, […], d.d. 12 maart 2022, opgemaakt en ondertekend door [verbalisant 1] , verbalisant, […], voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende als verklaring van [slachtoffer] :
Het trekken en duwen tussen mij en verdachte werd naar mate de tijd vorderde minder. Op enig moment, uit het niets, voelde ik dat verdachte mij gericht greep naar mijn linker borst. Ik voelde zijn hand om mijn linker borst. Kort daarna gebeurde hetzelfde. Ik zag en voelde dat verdachte weer naar mijn linker borst greep. Ik schrok hiervan en vond dit niet prettig. Uit reactie pakte ik de verdachte beet bij zijn jas en riep dat hij van mij af moest blijven.
Dat de verdachte in zijn poging om weg te komen mij meerdere keren langs mijn borst wreef kan ik nog enigszins inkomen, gezien de worsteling. Echter, daarna was er een moment van rust en betastte verdachte mij tot twee keer toe gericht naar mijn borst.
3. Het in de wettelijke vorm opgemaakte
proces-verbaal van bevindingen, […], d.d. 13 maart 2022 opgemaakt en ondertekend door [verbalisant 2] , hoofdagent van politie, […], voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende als relaas van de verbalisant:
Ik, verbalisant, heb de camerabeelden van de supermarkt Albert Heijn uitgekeken, waarop de aanranding is te zien. Op die beelden is het volgende te zien:
Verdachte legt zijn rechterhand op de linker borst van aangeefster. Verdachte wordt door aangeefster naar achter geduwd, terwijl hij wordt vastgehouden door haar. De onbekend gebleven bezoeker van de Albert Heijn helpt aangeefster om verdachte in bedwang te houden. Verdachte probeert weg te lopen. Aangeefster en de bezoeker houden hem tegen. Vervolgens legt verdachte wederom zijn rechterhand op de borst van de aangeefster. Aangeefster zegt daar iets van. Verdachte blijft na wat tegengestribbeld te hebben rustig slaan. Verdachte blijft rustig staan en opeens gaat zijn rechterhand in de richting van de borst van aangeefster. Volgens aangeefster wordt zij bij de borst beetgepakt. Zij slaat de hand van verdachte ook weg.
4. Het in de wettelijke vorm opgemaakte
proces-verbaal van bevindingen, […], d.d. 14 maart 2022, opgemaakt en ondertekend door [verbalisant 3] , aspirant, […], voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende als relaas van de verbalisant:
Ik, verbalisant, heb de camerabeelden van de Albert Heijn bekeken. Ik zag dat verdachte verschillende keren richting de borst van de medewerkster keek. Ik zag dat verdachte zijn rechterhand uitstak in de richting van de linkerborst van de medewerkster. Ik zag de medewerkster hierop reageren, door de hand van verdachte weg te slaan.”.