Conclusie
1.SBK Art L.L.C.,
1.Fortenova Group STAK Stichting,
SBK c.s.Eiseres sub 1 wordt aangeduid als
SBK, eiser sub 2 als
[eiser 2]en eiser sub 3 als
[eiser 3]. Verweersters in cassatie sub 1 t/m 3 worden gezamenlijk verkort aangeduid als
Fortenova c.s. Verweerster sub 1 wordt aangeduid als
Fortenova STAK, verweerster sub 2 als
TopCo, verweerster sub 3 als
MidCo. Verweerster sub 4 wordt aangeduid als
Iter BidCo, verweerster sub 5 als
Iter STAKen verweerster sub 6 als
Open Pass. Het concern waartoe de onderneming in kwestie behoort duid ik aan als
Fortenova-groep.
1.Inleiding en samenvatting
escrow.
ringfencingvan SBK. Zij betogen ook dat de besluitvorming met betrekking tot de verkoop van de aandelen in de tussenholding niet zorgvuldig is geweest. Rechtbank en hof hebben de vorderingen van SBK c.s. afgewezen. Het hof acht plausibel dat financiers door de aanwezigheid van gesanctioneerde partijen worden weerhouden met Fortenova-groep relaties aan te gaan. Volgens het hof is
ringfencinggeen reëel alternatief, is de besluitvorming zorgvuldig geweest en de betaalde prijs fair.
naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is als SBK gebruik maakt van haar vetorecht.” (rov. 6.49). Tegen dat oordeel hebben SBK c.s. als zodanig geen klacht gericht.
2.Feiten
het hof).
settlement planovereengekomen op grond waarvan een herstructurering en doorstart van de groep heeft plaatsgevonden met een Nederlandse holdingstructuur. Aan het hoofd van de groep staat Fortenova STAK.
Fortenova Grupa), de Kroatische houdstermaatschappij die de operationele leiding heeft over het levensmiddelenconcern. Fortenova-groep heeft ongeveer 47.000 werknemers en een jaaromzet van meer dan € 5 miljard.
settlement planheeft Fortenova STAK certificaten van aandelen in het kapitaal van TopCo uitgegeven (hierna:
de certificaten) aan de schuldeisers van de Agrokor-groep, waaronder Sberbank of Russia (hierna:
Sberbank) en VTB Bank, eveneens een Russische bank. Ook talrijke kleinere schuldeisers van de Agrokor-groep zijn certificaathouder geworden (of ontvingen door Topco uitgegeven obligaties die in certificaten kunnen worden omgezet). De certificaathouders worden ook wel ‘DR-holders’ genoemd, afgeleid van
depositary receipts.
Administrative Conditions of Fortenova Group STAK Stichtingbepaalt onder meer het volgende:
Article 23. Information rights
TMF), een trustbedrijf. Het statutair bestuur van TopCo, MidCo en HoldCo bestond aanvankelijk uit TMF en [betrokkene 1] , een medewerker van TMF, als bestuurder B en [betrokkene 2] als bestuurder A. Vertegenwoordiging kan enkel door een bestuurder A en een bestuurder B tezamen en het bestuur kan (met volstrekte meerderheid) enkel besluiten nemen indien bestuurder A aanwezig of vertegenwoordigd is.
settlement plan27,52% van de door Topco uitgegeven certificaten verworven. Zij is daarmee, na SBK, de op een na grootste certificaathouder. Open Pass is onderdeel van de Energia Naturalis Group, actief in de energiesector en de voedingsindustrie. Meerderheidsaandeelhouder van die groep is [betrokkene 3] , een Kroatische ondernemer. [betrokkene 4] is bestuurder en (voor 10% indirect) aandeelhouder van Open Pass.
EU) heeft sinds de annexatie van de Krim door de Russische Federatie sancties genomen tegen Russische entiteiten. [4] Sberbank staat op de lijst van entiteiten die onderworpen zijn aan ‘beperkende maatregelen’ (hierna ook:
EU-sanctielijst). Na de invasie van de Oekraïne in februari 2022 zijn de sancties tegen Russische personen en entiteiten aangescherpt en uitgebreid.
effective controlover SBK uitoefent. [6] SBK heeft deze plaatsing op de EU-sanctielijst aangevochten bij het Gerecht van de Europese Unie, de bestuursrechter in eerste aanleg van de EU. Ten tijde van de zitting in hoger beroep in de onderhavige zaken (19 juni 2024) had het Gerecht nog geen uitspraak gedaan. [7]
een eerste kort gedinggevoerd over de vraag of het stemrecht van SBK op de certificaathoudersvergadering met betrekking tot besluiten over de
corporate governanceonder de sancties valt of niet. Aanleiding voor die procedure was de doorvoering van wijzigingen in corporate governance waarmee SBK zich niet kon verenigen.
corporate governancevan Fortenova STAK te wijzigen en om een certificaathoudersvergadering bijeen te roepen werd door het hof eveneens afgewezen.
corporate governance(die waren geagendeerd door Open Pass) zijn aangenomen. SBK was niet tot die vergadering toegelaten en ook niet tot het uitbrengen van een stem.
OK) verzocht een enquête en verschillende voorzieningen te gelasten (onder meer schorsing van de besluiten genomen op de certificaathoudersvergadering van 12 januari 2023). De OK heeft de volgende dag, 13 januari 2023 [12] , bij beschikking het enquêteverzoek en de verzochte voorzieningen afgewezen. Kort gezegd oordeelde de OK dat Fortenova-groep grote hinder ondervindt van de beweerde invloed van de (twee) Russische indirecte aandeelhouders, waardoor het voor haar moeilijk is om een noodzakelijke herfinanciering te bewerkstelligen en zij in haar voortbestaan wordt bedreigd. Van het toewijzen van een enquêteverzoek zou volgens de OK het signaal uitgaan dat nog steeds niet vast staat dat Fortenova-groep niet onder invloed staat van haar gesanctioneerde Russische certificaathouders. Bij deze stand van zaken leidt een belangenafweging ertoe dat de verzoeken moeten worden afgewezen, aldus de OK.
tweede kort gedingaan te spannen (deze zaak). Daaraan is het volgende voorafgegaan.
notes) van meer dan € 1 miljard, dat op 6 september 2023 afliep en waarvoor zekerheden waren verstrekt. Herfinanciering was noodzakelijk. Een van de houders van deze
notes(40%) was een groepsvennootschap van VTB, LLS Shusary Holding. In verband met de sancties was het Fortenova-groep niet toegestaan de rente en de aflossing aan deze vennootschap te betalen, waardoor de zekerheden niet konden worden vrijgegeven. De
High Court of Engeland and Walesheeft – onder bepaalde voorwaarden – toestemming gegeven om de financiering af te lossen, zodat de zekerheden konden worden vrijgegeven. Het bedrag van de terugbetaling is gestort op een rekening die onder beheer staat van de Engelse rechtbank. Fortenova-groep heeft dit bedrag kunnen terugbetalen door een herfinanciering van HPS Investment Partners LLC (hierna:
HPS), die al 60% van de
noteshield. HPS heeft de schuld geherfinancierd voor een periode van één jaar, tot 29 november 2024. Daartegenover staan zekerheidsrechten voor HPS, onder meer op de aandelen van TopCo in MidCo. Voor de lange termijn diende een andere oplossing te worden gevonden met lagere financieringskosten.
Lazard) ingeschakeld om het verkoopproces te begeleiden, en dat het besluit over een mogelijke verkoop aan het bestuur van TopCo en aan de certificaathouders zal worden voorgelegd.
'Investor outreach summary'blijkt dat twee geïnteresseerde partijen zijn afgehaakt omdat gesanctioneerde certificaathouders deel uitmaken van de kapitaalstructuur en vanwege het risico van juridische procedures die mogelijk aanhangig worden gemaakt door
‘certain shareholders’.
DR Holder Solution’, gepresenteerd aan negen van de dertien grootste niet-gesanctioneerde DR-holders. Hun voorstel hield in dat een
special purpose vehicle, Iter BidCo, alle aandelen in MidCo zou verwerven. Via Iter STAK zouden alle in aanmerking komende DR-holders naar rato van hun huidige positie nieuwe certificaten kunnen krijgen, waarbij een gelijkblijvend aantal certificaten leidt tot een (aanzienlijk) kleiner belang in Iter BidCo. Zij kunnen er ook voor kiezen om uit te stappen, of juist om meer certificaten te verwerven. De voor verwerving van certificaten in aanmerking komende DR-holders zijn alle niet-gesanctioneerde DR-holders die ofwel gekwalificeerd belegger ofwel retailbelegger zijn én zijn gevestigd in een EU-lidstaat of in het Verenigd Koninkrijk.
contingent value right-clausule (
CVR), op grond waarvan niet-deelnemende DR-holders het recht hebben op betaling indien (i) de herfinanciering rond is en (ii) Fortenova-groep een bepaald resultaat behaalt; en
anti-embarrassmentclausule (
AEP), op grond waarvan niet-deelnemende DR-holders recht hebben op nabetaling ingeval van een aandelenverkoop of beursgang van MidCo of haar assets.
backstop-agreement: indien niet alle DR-holders besluiten om in te stappen in de nieuwe structuur, is Open Pass verplicht de resterende certificaten te kopen, tot 100%. Op het moment dat de verkoop van MidCo aan Iter BidCo is afgerond, wordt deze overeenkomst vervangen door een
relationship agreement, waarin onder meer de zojuist in 2.27 genoemde bepalingen worden opgenomen.
term sheetmet een potentiële koper. Na een overleg op 2 en 3 oktober 2023 hebben de SteerCo-deelnemers zich echter teruggetrokken, omdat zij niet het risico wilden lopen in gerechtelijke procedures betrokken te raken. De onderhandelingen zijn daarna voortgezet met Open Pass.
binding offeruitgebracht van € 500 miljoen, een CVR van maximaal € 160 miljoen, en een AEP die voorziet in additionele betalingen aan DR-holders die niet meegaan in de nieuwe structuur in geval van een beursgang of verkoop van MidCo of Fortenova Grupa aan een derde binnen een periode van drie jaar. Open Pass garandeert de liquiditeit van Iter BidCo, die bij de MidCo Sale de koper zal zijn. Feitelijk gaat het dus om een bieding van Open Pass. Met Open Pass is een
term sheetovereengekomen.
recommendation lettermet als bijlage een waarderingsanalyserapport aan Fortenova Grupa en TopCo gestuurd. Daarin waardeert Lazard de
equity valueop een bedrag tussen de € 477 en € 710 miljoen en de
enterprise valueop een bedrag tussen de € 1,63 en € 1,86 miljard.
fairness opinionafgegeven. Volgens Houlihan Lokey ligt de bandbreedte van de
equity valuetussen de € 282,6 en € 974,1 miljoen en is de door Open Pass geboden koopprijs aan te merken als
fair.
financial distressscenario, een indicatieve waardering gegeven van Fortenova-groep, die tussen de € 500 en € 600 miljoen ligt. KPMG heeft ook een waardering gegeven voor het scenario van
'hypothetical refinancing on the market (assuming no risk of sanctioned shareholders and reduced financial distress)’. In dit scenario ligt de indicatieve waardering tussen de € 700 en € 840 miljoen.
'update call’, te houden op 1 december 2023, waarin het bestuur van TopCo een presentatie zou geven over de transactie en waarin vragen zouden kunnen worden gesteld.
update callop 1 december 2023, waarbij hij dezelfde zorgen heeft geuit.
‘partnered with'Swan Energy is en dat hij niet minder dan € 800 miljoen zou willen betalen voor MidCo.
share purchase agreement(SPA) en een
relationship agreement. Onderdeel van de afspraken is dat de voor SBK bestemde gelden op een geblokkeerde
escrow-rekening worden gestort.
3.Procesverloop
governance-bepalingen nog van kracht zouden zijn, de verkoop van de aandelen MidCo aan Iter BidCo uiteindelijk zou zijn goedgekeurd omdat zou gelden dat de vergader- en stemrechten van SBK op grond van de sanctieregelgeving in elk geval met betrekking tot dit onderwerp zijn bevroren. Uitgangspunt is derhalve dat Fortenova c.s. in beginsel rechtsgeldig hebben kunnen besluiten tot verkoop van de aandelen in MidCo. Dat neemt echter niet weg dat Fortenova c.s. bij (de voorbereiding en uitvoering van) dit besluit rekening hebben moeten houden met de belangen van SBK en jegens SBK de eisen van redelijkheid en billijkheid in acht heeft te nemen. (rov. 6.8)
rating agencieszich door de omstandigheid dat het kapitaal van Fortenova deels wordt verschaft door een gesanctioneerde certificaathouder laten weerhouden relaties met Fortenova c.s. aan te gaan. Zonder meer plausibel is dat dergelijke instellingen het als onnodig risicovol beschouwen geassocieerd te worden met gesanctioneerde partijen. (rov. 6.13)
ringfencingeen afdoende oplossing voor de problemen zal zijn. SBK als certificaathouder blijft immers voor een aanzienlijk deel (41,82%) kapitaalverschaffer en, zoals SBK c.s. ook zelf onderkennen, gaat het ten dele ook om de perceptie van leveranciers, dienstverleners en financiers. Het risico dat die perceptie niet wordt doorbroken door een constructie waarbij SBK materieel gezien blijvend betrokken blijft, is te groot. Overigens hebben ook [betrokkene 6] en [betrokkene 7] deze potentiële oplossing van
ringfencingal onderzocht en niet zinvol bevonden, zoals volgt uit hun overgelegde verklaring van 11 december 2023 onder 9. (rov. 6.19)
faireprijs oplevert. In dat verband speelt een rol in hoeverre SBK heeft kunnen beschikken over de aan de koopprijsbepaling ten grondslag liggende informatie. (rov. 6.31)
squeeze-outnoemt, te weten dat als gevolg van de MidCo Sale alle certificaathouders in de nieuwe structuur verplicht zullen zijn tot verkoop als Open Pass besluit tot verkoop. Aan dit bezwaar gaat het hof echter voorbij. Aan SBK c.s. komt geen belang toe bij klachten over de positie van certificaathouders die zelf mogen beslissen of zij willen participeren in de nieuwe structuur. (rov. 6.42)
stakeholders, waaronder ook de certificaathouders – is evident en het daarmee samenhangende belang om serieus te nemen risico's te vermijden voor de continuïteit weegt zeer zwaar. Daartegenover zijn de belangen van SBK c.s. van minder gewicht. Sberbank – en dus SBK – is louter als gevolg van het
settlement planmet betrekking tot Agrokor certificaathouder geworden. SBK heeft de certificaten pas in april 2022 overgedragen gekregen van Sberbank. Verder heeft SBK niets van doen met de onderneming. Niet ter discussie staat dat SBK geen andere activiteiten ontplooit dan het houden van belangen in de Fortenova-groep. Met andere woorden: haar belang was en is louter financieel, zoals SBK c.s. in hun memorie van grieven bevestigen. (rov. 6.44)
Maar zelfs als dit anders zou zijn, is het hof van oordeel dat de vorderingen van SBK c.s. niet toewijsbaar zijn.
op het standpunt gesteld dat, ervan uitgaande dat indien SBK haar stemrecht kon uitoefenen, zij gebruik had gemaakt van het vetorecht dat zij op grond van decorporate governancehad. De enige uitzondering waarom de transactie volgens SBK c.s. desondanks zou mogen plaatsvinden, is als voldaan is aan de voorwaarden van noodzaakfinanciering, te weten (i) dat een bepaalde rechtshandeling noodzakelijk is, (ii) er geen reëel alternatief voorhanden is, (iii) een impasse binnen het relevante orgaan de rechtshandeling blokkeert en (v) [25] rechterlijk ingrijpen daarom noodzakelijk is.
Handhaving van de statuten moet naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zijn, aldus SBK c.s., onder verwijzing naar onder meer artikel 2:8 lid 2 BW. SBK c.s. betoogt dat waar voor het arrest van de Hoge Raad werd uitgegaan van een hoge drempel voor SBK c.s. (alleen ingrijpen in geval van disproportionele schade), er nu na het tussenarrest van de Hoge Raad, en uitgaande van haar stemgerechtigheid, een hoge drempel voor Fortenova c.s. geldt (alleen ingrijpen als handhaving van het vetorecht onaanvaardbaar zou zijn), waarbij het op de weg van Fortenova c.s. ligt aannemelijk te maken dat aan de daarvoor geldende vereisten is voldaan.
Gebleken is dat aannemelijk is dat bij voortgang op de oude voet een reëel gevaar ontstaat voor financiële nood die de continuïteit van Fortenova c.s. in gevaar kan brengen. Geconstateerd is ook dat een reëel alternatief voor de transactie niet voorhanden is. Dan geldt dat naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is als SBK gebruik maakt van haar vetorecht.Hierboven is al ingegaan op de consequenties van de transactie voor SBK. Ook hier geldt weer dat de belangen van Fortenova c.s. in het onderhavige geval, dat zich kenmerkt door de bijzondere omstandigheden die hiervoor zijn vermeld in 6.44, apert zwaarder wegen dan de belangen van SBK c.s.”
4.Bespreking van het cassatiemiddel
Onderdeel 1klaagt in de kern dat het hof Verordening 2014/269 over beperkende maatregelen tegen Russische entiteiten verkeerd heeft uitgelegd.
Onderdeel 2klaagt dat het hof bepaalde vorderingen onbehandeld en daarmee onbeslist heeft gelaten.
Onderdeel 3betreft de vraag of het hof terecht heeft aangenomen dat de verkoop van de aandelen MidCo noodzakelijk is en het alternatief van
ringfencingvan SBK niet volstaat
.Onderdeel 4keert zich tegen het oordeel van het hof dat de wijze van totstandkoming van de koopovereenkomsten de prijsbepaling van de aandelen MidCo zorgvuldig is geweest.
Onderdeel 5tot slot klaagt dat de door het hof uitgesproken proceskostenveroordeling op onderdelen onjuist en/of onbegrijpelijk is.
naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar als SBK gebruik maakt van haar vetorecht(zie rov. 6.49).
ringfencingvan SBK geen reële alternatieve oplossing zou bieden voor het probleem dat Fortenova-groep niet aan financiering kon komen en in onderdeel 4 dat zowel de besluitvorming rond de voorgestelde transactie als de waardebepaling van de over te dragen aandelen onzorgvuldig is geweest. Als deze beide onderdelen (en onderdeel 2, dat nauwelijks een zelfstandige betekenis heeft) tevergeefs zijn voorgesteld, staat vast dat bij de behandeling van onderdeel 1 geen belang bestaat.
beroep van SKB bij het Gerechttegen het besluit tot plaatsing op de EU-sanctielijst (zie 2.13). In die zaak is inmiddels uitspraak gedaan. [27] Bij arrest van 30 april 2025 (T-102/23, ECLI:EU:T:2023:416) heeft het Gerecht het beroep van SBK verworpen. Zowel de regeringen van Kroatië en Nederland als de Europese Commissie waren in die zaak tussengekomen aan de zijde van verweerder, de Raad van de Europese Unie, en hadden verwerping van het beroep bepleit. SBK heeft recent bij het Hof van Justitie een verzoek om een hogere voorziening tegen het arrest van het Gerecht ingediend. [28] Volledigheidshalve vermeld ik nog dat SBK begin 2024 heeft getracht in kort geding opschorting te verkrijgen van het aangevochten besluit. [29] Bij beschikking van 27 februari 2024 heeft de President van het Gerecht dit verzoek afgewezen (T-102/23 R, ECLI:EU:T:2024:123).
prejudiciële zaak bij het HvJEUnaar aanleiding van de vragen van uitleg van de Hoge Raad in zaak 23/00717. Die zaak loopt nog. In die zaak hebben niet alleen SBK en Fortenova STAK schriftelijke opmerkingen ingediend, maar ook de regeringen van Oostenrijk, Kroatië en Nederland hebben dat gedaan, net als (zoals steeds in prejudiciële zaken) de Europese Commissie. [30] De drie regeringen en de Commissie betogen dat de sanctiemaatregelen ook zien op de uitoefening van de vergader- en stemrechten die zijn verbonden aan de certificaten van aandelen, zodat SBK niet van die rechten gebruik kan maken zo lang de sancties van kracht zijn. Deze partijen staan dus een ruime uitleg voor van het begrip ‘bevriezing van tegoeden’ (eerste prejudiciële vraag). In het verlengde daarvan menen zij dat het geen verschil maakt wat de aard en inhoud van het geagendeerde besluit is of wat het standpunt dat de certificaathouder daarover inneemt (tweede prejudiciële vraag). Ik moet zeggen dat de aldus bepleite uitleg mij niet verrast. Door de EU opgelegde verboden worden doorgaans ruim uitgelegd om de doeltreffendheid daarvan te bevorderen en tegelijkertijd het risico op misbruik of omzeiling te minimaliseren.
ringfencing(eigendom behouden zonder invloed uit te kunnen oefenen) niet volstaat om de noodzakelijke financiering zeker te stellen en dus geen afdoende oplossing biedt.
rating agencieszich door de omstandigheid dat het kapitaal van Fortenova deels wordt verschaft door een gesanctioneerde certificaathouder laten weerhouden relaties met Fortenova c.s. aan te gaan. Zonder meer plausibel is dat dergelijke instellingen het als onnodig risicovol beschouwen geassocieerd te worden met gesanctioneerde partijen.
ringfencing, een constructie waarbij SBK niet langer direct invloed kan uitoefenen. Ter zitting heeft zij gewezen op het voorbeeld van VTB die op afstand van haar gesanctioneerde moedervennootschap is geplaatst en als gevolg daarvan naar stelling van SBK c.s. onder de sanctieregels van de EU en de VS zelf niet langer als gesanctioneerde persoon wordt beschouwd. Volgens SBK c.s. kan
ringfencingook in het geval van SBK werken, door het stemrecht op haar certificaten door een onafhankelijk persoon te laten uitoefenen.
ringfencingeen afdoende oplossing voor de problemen zal zijn. SBK als certificaathouder blijft
de factoimmers voor een aanzienlijk deel (41,82%) kapitaalverschaffer en, zoals SBK c.s. ook zelf onderkent, gaat het ten dele ook om de perceptie van leveranciers, dienstverleners en financiers. Het risico dat die perceptie niet wordt doorbroken door een constructie waarbij SBK materieel gezien blijvend betrokken blijft, is te groot. Overigens hebben ook [betrokkene 6] en [betrokkene 7] deze potentiële oplossing al onderzocht en niet zinvol bevonden, zoals volgt uit hun overgelegde verklaring van 11 december 2023 onder 9. Zij vermelden dat het kernprobleem is dat de markt simpelweg geen zaken wil doen met gesanctioneerde partijen, ook niet indirect, en dat dit probleem daarmee niet aangepakt wordt. De vergelijking die SBK c.s. maakt met VTB gaat bovendien niet op. Zoals ter zitting van het hof door (met name) Open Pass toegelicht, gaat het bij die vennootschap om een Duitse dochter van de Russische VTB Bank (PJSC), die geliquideerd wordt. Dit gebeurt onder leiding van een
liquidatoren onder toezicht van de Duitse toezichthouder BaFin. De
ringfencingvan VTB heeft in dat specifieke kader plaatsgevonden. Anders dan VTB, bevindt SBK zich niet in een liquidatiescenario terwijl zij ook, anders dan een bank, niet onder streng gereguleerd toezicht staat.”
volgens geïntimeerdenbelangrijk is.
de factovoor een aanzienlijk deel kapitaalverschaffer blijft en dat het ten dele ook gaat om de perceptie van partijen die om die reden met Fortenova-groep geen zaken willen doen. Ook als SBK c.s. niet zouden hebben onderkend dat het ten dele ook gaat om de perceptie die marktpartijen hebben, zou het hof dat hebben kunnen aannemen, nu SBK c.s. dat in ieder geval niet hebben betwist, althans in het middel niet verwijzen naar een vindplaats waaruit van een betwisting blijkt.
Ringfencingis dus een internationaal erkende methode om te zorgen dat een gesanctioneerd persoon niet langer invloed kan uitoefenen. Volgens geïntimeerden is het grote probleem de perceptie van leveranciers, dienstverleners en financiers van invloed van een gesanctioneerd persoon bij Fortenova. [31] Dit kan met
ringfencingdus eenvoudig en snel worden opgelost.”
ringfencingeenvoudig en snel kan worden opgelost. In die opmerking ligt een zekere onderkenning van het door geïntimeerden gestelde probleem besloten, althans is het niet onbegrijpelijk dat het hof dat daarin heeft gelezen. Dat het hof in het licht van dit partijdebat heeft geoordeeld dat voldoende aannemelijk is dat het ten dele ook gaat om de perceptie van leveranciers, dienstverleners en financiers en dat SBK c.s. dit heeft onderkend, is onjuist noch onbegrijpelijk. Dat oordeel is neergelegd in rov. 6.13, volgens welke financiers het risicovol vinden om zelfs maar geassocieerd te worden met gesanctioneerde partijen. Tegen die overweging richt het middel geen klacht.
ringfencing). Fortenova c.s. hebben de stelling dat SBK in de eigendomsstructuur een probleem is, enkel onderbouwd met de stelling dat
eigendomde perceptie van invloed geeft, aldus het middel.
ringfencing), toch op de markt een perceptie (van invloed) blijft bestaan en men met Fortenova-groep geen zaken wil doen.
ringfencingvan SBK een afdoende oplossing kan bieden voor de financieringsproblemen van Fortenova-groep.
ringfencingvan SBK alleen te vergelijken met de
ringfencingvan VTB en niet te beoordelen op de voet van de zeer ruim geformuleerde vordering 4 of van vordering 10 van SBK c.s. Volgens het middel heeft het hof niet in lijn met deze breed geformuleerde vorderingen naar een alternatief voor de verkoop van MidCo gezocht, noch gemotiveerd waarom dat niet nodig zou zijn.
ringfencingvolgens SBK c.s. “
een constructie [is] waarbij SBK niet langer direct invloed kan uitoefenen” en dat dit kan worden bewerkstelligd “
door het stemrecht op haar certificaten door een onafhankelijk persoon te laten uitoefenen”. Dat is dus de ‘voorgestelde
ringfencing’ die het hof meent dat SBK c.s. hebben gevorderd en waarover het in rov. 6.19 ooordeelt.
ringfencingeen afdoende oplossing voor de problemen zal zijn, omdat SBK als certificaathouder immers voor een aanzienlijk deel kapitaalverschaffer blijft. Volgens het hof is het risico te groot dat de perceptie niet wordt doorbroken door een constructie waarbij SBK materieel gezien blijvend betrokken blijft. Daarnaast heeft het hof ook nog opgemerkt dat de door SBK c.s. gemaakte vergelijking met VTB niet opgaat omdat de situaties niet te vergelijken zijn. Voor zover het onderdeel tot uitgangspunt neemt dat het hof heeft verzuimd op de gevorderde vormen van
ringfencingin te gaan, faalt het daarom bij gebrek aan feitelijke grondslag. Het onderdeel verwijst overigens niet naar vindplaatsen in de gedingstukken waaruit zou blijken dat SBK c.s. andere alternatieven zouden hebben uitgewerkt.
ringfencingenkel mogelijk is in een liquidatiescenario en onder streng gereguleerd toezicht. Het hof heeft enkel geoordeeld dat een situatie waarin die omstandigheden aan de orde zijn, zoals in het geval van VTB Bank(zie rov. 6.19), niet vergeleken kan worden met deze situatie. Daaruit kan niet worden afgeleid dat
ringfencingenkel een reëel alternatief zou zijn voor de voorgestelde transactie in een liquidatiescenario onder streng gereguleerd toezicht.
ringfencinggeen afdoende oplossing is en dus geen geschikt en reëel alternatief vormt.
Overigens’. Dat wijst erop dat het hier een overweging ten overvloede betreft. Dit betekent dat de klacht faalt wegens gebrek aan belang, gelet op het falen van de klacht tegen het dragende oordeel dat bij ringfencing van SBK de perceptie van invloed op de Fortenova-groep ongewijzigd blijft.
ringfencingéén van de onderzochte alternatieven was:
Vraag:Het hof begrijpt dat u al voor uw formele benoeming met [betrokkene 5] optrok. Er kwam een eindrapport van Lazard. De kritiek van de wederpartij is dat dat proces niet serieus genoeg is geweest.
ringfencing.Dat alternatief is toen overwogen?
ringfencingvan SBK als alternatief hebben onderzocht. Dat zij in hun verklaring hebben aangegeven te hebben ‘nagedacht’ betekent dat zij een alternatief hebben onderzocht. Dat het hof ‘nagedacht’ heeft opgevat als ‘onderzocht’ is geenszins onbegrijpelijk.
ringfencingzonder te onderzoeken wat dat precies inhoudt. Bovendien zouden [betrokkene 6] en [betrokkene 7] hun mening dat het kernprobleem niet wordt opgelost omdat de markt ook niet indirect met gesanctioneerde partijen zaken wil doen, enkel hebben gegeven ter zake van een destijds door hen bedachte mogelijkheid van een ‘schikking’ met SBK. Dit is van belang, aldus het middel, omdat de markt minder waarde hecht aan een ‘schikking’ met SBK dan aan een uitspraak van het hof.
ringfencing ookin hun verklaring voor ogen hadden, blijkt voldoende uit hun schriftelijke verklaring, waarin zij immers verklaren te hebben nagedacht over een schikking die zou inhouden “
dat SBK’s belang zou worden overgedragen aan een Nederlandse stichting bestuurd door onafhankelijke bestuurders zodat de gesanctioneerde DR Holders geen zeggenschap meer zouden hebben over hun DR’s. Dit werd uiteindelijk (ook door ons) als ontoereikend en niet zinvol beschouwd, al was het maar omdat Fortenova economisch dan nog steeds voor bijna 50% in handen zou zijn van gesanctioneerde partijen”. Het onderzoek van [betrokkene 6] en [betrokkene 7] is in dit kader dus wel degelijk relevant, te meer nu in cassatie vast staat dat beiden als
onafhankelijkebestuurders zijn benoemd (zie rov. 6.26-6.27).
ringfencing), komt voldoende overeen met hetgeen [betrokkene 6] en [betrokkene 7] hebben onderzocht. Dat de markt meer waarde zou hechten aan een uitspraak van een rechter dan aan een ‘schikking’ is in hoger beroep niet gesteld (althans verwijst de procesinleiding niet naar enige stelling waaruit dat zou volgen), reden waarom het hof daar geen rekening mee hoefde te houden.
ringfencingvan SBK een reëel alternatief zou zijn om zeker te stellen dat financiers bereid zouden zijn aan de Fortenova-groep passende kredieten te verlenen.
ringfencingzijn voorgesteld, waarop het hof ten onrechte niet heeft beslist.
1. De zaken in het kort
ringfencing. De in cassatie ingenomen stelling dat vorderingen 2 en 7 onmiskenbaar tot doel hebben de verkoop van MidCo door te laten gaan
zonderdat
SBKals gesanctioneerde persoon indirect eigenaar is van Fortenova, terwijl vordering 4 (
ringfencing) wel is gebaseerd op een situatie waarbij SBK als gesanctioneerde persoon indirect eigenaar is van Fortenova, vindt geen steun in de stukken in feitelijke instanties. Het is in het licht van dit partijdebat dan ook zeker niet onbegrijpelijk dat het hof vordering 4 over het alternatief van
ringfencinguitgebreid heeft besproken en vorderingen 2 en 7 beperkt heeft afgedaan door in rov. 6.59 te overwegen dat voor toewijzing geen grond bestaat.
vordering 2is ingegaan, waar het toelicht waarom niet kan worden gewacht op de beslissing van het HvJEU op de door de Hoge Raad gestelde prejudiciële vragen en evenmin op de beslissing van het Gerecht over de gesanctioneerde status van SBK. Ten aanzien van
vordering 10merk ik nog op dat het op de weg van SBK c.s. lag om alternatieven (naast
ringfencing) voor te stellen. Van het hof kon niet worden verwacht dat het op eigen initiatief met een reëel alternatief zou komen.
ringfencingbeschikbaar zijn, zonder deze te bespreken.
3. Feiten
waar nodig” aanpassingen heeft gedaan naar aanleiding van de grief van SBK c.s. Daaruit volgt dat het hof niet de totale grief wegens gebrek aan belang heeft afgewezen.
op grond hiervan” moet worden geconstateerd dat onbegrijpelijk is het oordeel van het hof in rov. 6.26 dat SBK c.s. onvoldoende hebben gesteld tegenover de vaststelling door het hof dat in verband met de belangenconflicten een aantal maatregelen zijn getroffen. Volgens het middel volgt uit de niet besproken stellingen dat van een zorgvuldige voorbereiding geen sprake kan zijn, omdat die maatregelen niet wegnemen dat Fortenova c.s. aan SBK c.s. geen gelegenheid hebben geboden om alternatieven aan te dragen, respectievelijk omdat zij niet tot doel of gevolg hadden dat alsnog een openbaar biedingsproces tot stand is gekomen.
non executive, zoals op zichzelf niet is weersproken) van Fortenova Grupa. [betrokkene 2] is ook bestuurder van Open Pass en was, tot 6 juni 2023, bestuurder A van TopCo, MidCo en HoldCo.
independent monitoring counsel)van TopCo. [betrokkene 2] en Open Pass zijn niet betrokken geweest bij de besluitvorming rond de benoeming of de selectie van deze bestuurders. [betrokkene 2] is op 6 juni 2023 geheel afgetreden als bestuurder van TopCo, MidCo en HoldCo en is op 15 juni 2023 in die hoedanigheid opgevolgd door [betrokkene 5] . De benoeming van de onafhankelijke bestuurders is goedgekeurd door de DR-holders op 27 juni 2023. In de notulen van die vergadering wordt gewezen op de onafhankelijke rol die beide bestuurders zullen innemen binnen het verkoopproces van MidCo. De officiële benoeming van [betrokkene 7] en [betrokkene 6] vond plaats op 20 juli 2023, aldus steeds Fortenova c.s. Hier heeft SBK c.s. onvoldoende tegenovergesteld.”
openbaarbiedingsproces te hanteren, is onderdeel van grief 4, die was gericht tegen het oordeel van de rechtbank dat geen sprake is van disproportionele schade. In nr. 44 van hun memorie van grieven stellen SBK c.s.:
fairness opinionheeft afgegeven (zie 2.35 en 2.36). De door Open Bass gedane bieding viel binnen de brandbreedtes die in deze onderzoeken zijn aangehouden.
bij gebreke van een openbaar biedingsproces, de belangenconflicten juist hebben kunnen ontstaan dan wel voortbestaan”, volgt niet uit nr. 44 van de memorie van grieven. De waardebepaling door KPMG en de
fairness opinionvan Houlihan Lokey konden door het hof terecht worden aangeduid als waarborgen om misbruik door Open Pass van een dubbelrol te vermijden (vgl. rov. 6.29). Kortom, voor zover het niet hanteren van een openbaar biedingsproces al kon leiden tot het ontstaan of voortbestaan van belangenconflicten, hebben Fortenova c.s. dat risico voldoende ondervangen.
€ 18.651(tarief VIII x 3 punten)
€ 18.651(tarief VIII x 3 punten)
€ 12.434(tarief VIII x 2 punten)
Wgbz) zijn partijen in beginsel
griffierechtverschuldigd. [50] Aan zowel de eiser(s) als de verschenen gedaagde(n) worden aan het begin van de procedure griffierechten in rekening gebracht (art. 3 lid 1 Wgbz). Ingevolge art. 3 lid 5 Wgbz wordt de hoogte van het griffierecht bepaald aan de hand van de tabel die als bijlage bij deze wet is gevoegd. Ingevolge art. 10 lid 1 Wgbz wordt het bedrag bepaald op basis van de vordering dan wel het verzoek. Tegen een beslissing tot het heffen van het griffierecht kan ingevolge art. 29 Wgbz gedurende een maand na de betaling daarvan in verzet worden gekomen. Maakt een partij daar geen gebruik van, dan staat de hoogte van het griffierecht in beginsel vast. Het griffierecht kan later wel worden verhoogd. [51]
betaling van een bepaalde geldsom. Gelet op deze wijziging moet worden aangenomen dat de toevoeging van de Hoge Raad in rov. 2.1 van zijn arrest van 27 september 2002 (ECLI:NL:HR:2002:AE1552, NJ 2002/533): “
Daarbij biedt de wet geen ruimte voor een andere dan een formele uitleg van de vordering en mag de griffie bij de bepaling van het vast recht niet door de vordering heen kijken”, thans niet meer geldt. [54] In het huidige griffierechtstelsel kan, anders dan onder de Wtbz, dus ook een verklaring voor recht worden aangemerkt als een vordering met een bepaalde waarde indien daarbij een concreet schadebedrag wordt genoemd, hoewel niet de
betalingvan dit bedrag wordt gevorderd.
proceskostenveroordelingis geregeld is paragraaf 2 van de twaalfde afdeling van titel 2 van het Wetboek van burgerlijke rechtsvordering. Titel 2 is ingevolge de schakelbepaling van art. 353 lid 1 Rv van overeenkomstige toepassing in hoger beroep.
Hoe wordt begroot?
zaken van onbepaalde waarde, tenzij duidelijke aanwijzingen bestaan, dat deze zaken onder een ander tarief vallen, en verklaringsprocedures, tenzij het volgens eisers door de derde gearresteerde af te dragen bedrag meer dan € 20.000 bedraagt en hierover na het afleggen der verklaring geschil ontstaat of andere verwikkelingen rijzen. In dit tarief wordt ieder punt gewaardeerd op € 614 met een maximum van 6 punten.
it tarief geldt met betrekking tot zaken van een geldswaarde boven € 1.000.000. In dit tarief wordt ieder punt gewaardeerd op € 4.357 zonder maximum puntental.”
eerste klachtheeft daarop betrekking. Het middel klaagt dat het door het hof vastgestelde griffierecht overeenkomt met het tarief voor vorderingen van onbepaalde waarde, terwijl het hof bij het vaststellen van het liquidatietarief is uitgegaan van Tarief VIII, dat ziet op zaken met een geldswaarde van meer dan € 1.000.000. Aldus zou sprake zijn van een verschil in opvatting van het hof over het geldelijk belang, welk verschil niet wordt toegelicht. Daarom is sprake van een onbegrijpelijke tegenstrijdigheid.
Is de zaak bijzonder complex, dan kan een bedrag van € 1.661 aan salaris worden geliquideerd”). [64] De voorzieningenrechter heeft daarom het salaris voor de advocaat gesteld op € 1.619,00. Dat tarief geldt blijkens de ‘Aanbeveling tarieven kort gedingen kantonzaken en handelszaken’ [65] voor de rechtbank en niet voor het hof.
tweede klachthoudt in dat van het hof kon worden verlangd uit te leggen waarom het twee punten heeft toegekend voor zowel de mondelinge behandeling van het hoger beroep van SBK c.s. als voor de mondelinge behandeling van het beroep van [eiser 3] , terwijl er één gezamenlijke zitting was, SBK c.s. enerzijds en [eiser 3] anderzijds hebben bevestigd elkaars stellingen tijdens de mondelinge behandeling over te nemen, en Fortenova c.s., Iter BidCo/Iter STAK en Open Pass hetzelfde hebben bevestigd ten aanzien van hun stellingen.
voor pleidooieen aantal punten hebben gekregen is dus onjuist.
derde klachttot slot houdt in dat het hof aan nakosten meer heeft toegewezen dan was gevorderd. Fortenova c.s. hebben € 173,00 voor nasalaris gevorderd, te vermeerderen met € 90,00 in geval van betekening. Het hof heeft in het dictum echter € 178,00, te vermeerderen met € 92,00 alsmede met de kosten van het betekeningsexploot, toegewezen.
8. Nasalaris
forfaitair berekend op € 173zonder betekening in conventie of reconventie/voor de vordering of voor de tegenvordering, € 271 zonder betekening in conventie en reconventie/voor de vordering en voor de tegenvordering tezamen, en
verhoogd met € 90 in geval van betekening. Slechts de procespartij die een volledige veroordeling van zijn wederpartij in de proceskosten verkreeg heeft recht op nakosten, dus niet in het geval van gehele of gedeeltelijke compensatie van kosten. (…).”
forfaitair berekend op € 178zonder betekening in conventie of reconventie/voor de vordering of voor de tegenvordering, € 278 zonder betekening in conventie en reconventie/voor de vordering en voor de tegenvordering tezamen, en
verhoogd met € 92 in geval van betekening. Slechts de procespartij die een volledige veroordeling van zijn wederpartij in de proceskosten verkreeg heeft recht op nakosten, dus niet in het geval van gehele of gedeeltelijke compensatie van kosten (…).”
gerechtshovenin alle zaken waarin de kostenveroordeling wordt uitgesproken na de invoeringsdatum van de nieuwe tarieven, dus ook voor voorafgaand aan 1 februari 2024 lopende zaken.”
voortbouwklacht