Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
- de dagvaarding van 9 augustus 2019, met producties,
- de conclusie van antwoord, met producties,
- het tussenvonnis van 8 februari 2020 waarbij een comparitie van partijen is gelast,
- het proces-verbaal van comparitie van 9 juni 2020,
- de schriftelijke reactie van 8 juli 2020 zijdens NRC en [gedaagde sub 2] op het proces-verbaal.
2.De feiten
www.nrc.nl.
www.nrc.nleen artikel van [gedaagde sub 2] gepubliceerd onder de titel
“Een ingenieursbureau dat niet moeilijk doet oversteekpenningen”en als inleidende kop:
“Het Nederlandse ingenieursbureau Tebodin betaalde jarenlang in meerdere landen ambtenaren via derden, om opdrachten, vergunningen, licenties en certificaten te regelen voor klanten, zo blijkt uit vertrouwelijke documenten. (…)”. Het artikel is op 16 juni 2018 in de papieren krant NRC Weekend geplaatst.
In het Indiase Chemnai, een miljoenenstad in het hartje van de chemische en auto-industrie, ontstaat in 2011 een probleem. Een Australische klant wil een fabriek bouwen en heeft binnen een week een vergunning nodig. Die moet Tebodin leveren, een Nederlands ingenieursbureau dat ook helpt de fabriek te ontwerpen.
ReactiesOngepaste betalingen” vermeld:
Bouwbedrijf BAM: “Medio 2017 heeft Bilfinger BAM geïnformeerd over verdenkingen van omkopingen bij Tebodin. Bilfinger heeft deze verdenkingen (…) op geen enkele wijze kunnen onderbouwen. (…)”
“corrupt payements in the Tebodin business in Southeast Asia”. In dit rapport staat vermeld:
(…)
Tebodin Indiagenerated revenues (…). In interviews, employees acknowledged that subcontractors retained by Tebodin made corrupt payments to get permits. This was further confirmed by project correspondence, which contained explicit references to “bribes”, “so called extra fees”, “unaccounted money”, and “lubrication.” Overall, we found permitting-related bribery to be an open practice at Tebodin India, particularly in the Chennai office.
(…)
“How much do we talk about?”
“600,000 IRS”
“Secondment to TME and potential fraudulent salary and advance payments, inflation of invoices and other potential issues”. In het rapport van 23 november 2016 heeft KPMG India vermeld:
(…)
(…)
www.nrc.nltoegevoegd:
Aanvulling 8 november 2019.Na de publicatie van dit artikel heeft [eiser] laten weten dat hij ten onrechte in verband wordt gebracht “met het verrichten van verdachte betalingen, steekpenningen, of anderszins corrupte handelingen”. Hij stelt dat hij voor beide betalingen toestemming had van de directie van Tebodin BV; toenmalig [functie] [VdV, rb] bevestigt dit.”
3.Het geschil
www.nrc.nlen de mobiele versie daarvan;
“How much do we talk about?”is niet af te leiden dat [eiser] op de hoogte was van het betalen van steekpenningen, dan wel dat hij daar geen moeite mee zou hebben. Het is slechts vragen om nadere informatie zodat [eiser] met zijn meerdere overleg kan plegen hierover. Dit doet hij met de kwalificatie
“catch 22”– waaruit blijkt dat [eiser] wel moeite heeft met een eventuele betaling in contanten aan een tussenpersoon voor het regelen van een vergunning.
‘En [eiser] ?’. Dat wekt de suggestie dat [eiser] de dragende figuur binnen Tebodin voor alle beschreven praktijken in allerlei landen was. Daarvoor is geen ondersteuning in de feiten te vinden. Een dergelijke inbreuk op zijn goede naam hoeft [eiser] niet te dulden. NRC en [gedaagde sub 2] hebben dus onzorgvuldig onderzoek verricht en hebben de gebeurtenissen in een onjusite contecxt geplaatst. Van een kwaliteitskrant als NRC mag weer worden verwacht.
Der Spiegeldie voldoende steun bieden aan het artikel. Bovendien worden de bevindingen in die bronnen bevestigd door Bilfinger, die blijkens haar reactie van mening is dat in de jaren 2010 tot 2013 sprake is geweest van verdachte betalingen die in strijd zijn met de toen geldende beleidsregels binnen Tebodin. [eiser] heeft aan twee betalingen meegewerkt, althans zijn goedkeuring daaraan gegeven. Dit blijkt ook uit die bronnen. Daarover is bericht in het artikel. De stelling van [eiser] dat in het artikel ten onrechte wordt vermeld dat Tebodin vergunningen regelde voor haar klanten wordt niet ondersteund door de zienswijze van Bilfinger en S&S. In het artikel wordt dus niet uitgegaan van een onjuiste context. Bovendien betreft deze vermelding Tebodin en niet [eiser] . Publicatie over Tebodin is niet onrechtmatig jegens [eiser] .
“How much do we talk about?”. Daaruit heeft NRC, ondersteund door S&S, KPMG en Bilfinger, afgeleid dat het voor [eiser] belangrijker was om over de hoogte van het geldbedrag te praten dan over de reden waarom een privépersoon in contanten moest worden betaald voor het regelen van een vergunning.
4.De beoordeling
[gedaagde sub 2]
- de aard van de gepubliceerde uitlatingen en de ernst van de te verwachten gevolgen voor degene op wie die uitlatingen betrekking hebben;
- de ernst – bezien vanuit het algemeen belang – van de misstand die de publicatie aan de kaak beoogt te stellen;
- de mate waarin de uitlatingen steun vinden in het beschikbare feitenmateriaal;
- de mate waarin degene op wie de publicatie is gericht een publiek figuur is, waarbij tevens van belang is welke functie hij heeft bekleed.
- bij Tebodin is sprake geweest van herhaald en veelvuldig verdachte betalingen bij het verkrijgen van vergunningen en opdrachten;
- [eiser] is als [functie] en later als [functie] van TMEI op de hoogte geweest van de wijze waarop (in ieder geval twee) verdachte betalingen worden verricht en in de boeken zijn opgenomen – dus in de administratie van de onderneming zijn verwerkt;
- [eiser] heeft bij die twee verdachte betalingen een rol gespeeld en is op de hoogte geweest van die verdachte betalingen.
“En [eiser] ?”) – zijn keuzes van de redactie van NRC waaruit in dit geval niet kan worden afgeleid dat de publicatie onrechtmatig jegens [eiser] is. Dit geldt ook voor de tekening die bij het artikel is geplaatst, waarop overigens geen relatie met de persoon [eiser] wordt gemaakt.