Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the Regional Court (Sąd Okręgowy) in Białystok, Criminal Division III, Polen (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
enforceable judgementsvan:
the District Court (Sąd Rejonowy) in Sokółka of 17 September 2020, case ref. II K 278/20, which became valid and final on 25 September 2020;
the District Court (Sąd Rejonowy) in Sokółka of 12 October 2022, case ref. II K 243/22, which became valid and final on 7 February 2023.
the Regional Court in Białystok, 3rd Criminal Divisionis de tenuitvoerlegging van die voorwaardelijke vrijheidsstraf bevolen. Van deze straf resteren volgens het EAB nog 9 maanden en 20 dagen. De vrijheidsstraf is aan de opgeëiste persoon opgelegd bij het vonnis met kenmerk II K 278/20.
4.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 OLW
retrial, maar dat de opgeëiste persoon daarvan – binnen de daarvoor geldende termijn – geen gebruik heeft gemaakt. Om die reden doet de weigeringsgrond van artikel 12 OLW zich niet voor.
the Regional Court in Białystok, 3rd Criminal Divisionde tenuitvoerlegging van die voorwaardelijke vrijheidsstraf bevolen.
triggerendestrafbare feiten moeten op grond van voormeld arrest van het HvJ EU wel worden getoetst aan artikel 12 OLW.
triggerendefeiten ontbreekt. Die aanvullende informatie is van belang om te kunnen vaststellen of de opgeëiste persoon kennis heeft kunnen nemen van de beslissing en in de gelegenheid was daartegen een rechtsmiddel aan te wenden. [7] De rechtbank ziet hierin dan ook aanleiding om nadere informatie over de wijze van uitreiking te vragen aan de uitvaardigende justitiële autoriteit.
elk van de vonnissenmet de kenmerken II K 199/21, II K 333/21, II W 297/21, II W 817/21 en II W 53/22 de volgende vragen aan de uitvaardigende justitiële autoriteit voor te laten leggen:
Op welke wijze heeft de feitelijke uitreiking van deze vonnissen telkens plaatsgevonden en op welke wijze is daarbij telkens aan de opgeëiste persoon medegedeeld dat hij recht heeft op een behandeling in hoger beroep, dan wel een verzetsprocedure?
Is de opgeëiste persoon in elke zaak gedurende het vooronderzoek gehoord over de verdenking?
Heeft hij gedurende het vooronderzoek of op een ander moment in de procedure een adres opgegeven waar hij bereikbaar diende te zijn voor justitie?
Is de opgeëiste persoon daarbij gewezen op de verplichting om adreswijzigingen door te geven en op de gevolgen als hij zich niet aan die verplichting zou houden?
Is hij in elke procedure opgeroepen op het door hem opgegeven adres?
the Regional Court in Białystok, 3rd Criminal Division, in case no. VIII Ka 1063/22, issued on 7 february 2023.
the Regional Court in Białystok, 3rd Criminal Divisionvan 7 februari 2023 (VIII Ka 1063/22) zal toetsen aan artikel 12 OLW.
the Regional Court in Białystokheeft geleid, maar dat sprake zou zijn van de situatie als bedoeld in artikel 12 onder b, onder 2, OLW. De opgeëiste persoon zou immers zijn vertegenwoordigd door een gemachtigd advocaat die ter terechtzitting daadwerkelijk de verdediging heeft gevoerd. De rechtbank stelt vast dat ook hier punt 2 van onderdeel d) met betrekking tot dit vonnis niet is ingevuld.
An appeal against the judgment issued by the District Court in Sokótka in case no. Il K 243/22 was filed by the court-appointed defence counsel of the accused, [de opgeëiste persoon] .”
The notice of the appeal hearing was served twice at the defendant's place of residence and was not collected by the accused. Therefore, in accordance with Article 133 §2 of the Code of Criminal Procedure, the letter was deemed served.
The above-mentioned notice was sent to the address personally provided by the accused during the hearing held on 12 October 2022.
On 20 November 2021, during questioning by the Police, [de opgeëiste persoon] received a written instruction on the rights and obligations of a suspect in criminal proceedings (which he acknowledged with his own handwritten signature), including the obligation to appear at every summons of the procedural authority and to inform of any change of residence lasting more than 7 days. Otherwise, any letter sent and twice advised to the last known address would be deemed effectively served. These instructions applied to the entire criminal proceedings, including the appeal proceedings.
the Regional Court in Białystokvan 7 februari 2023 met kenmerk VIII Ka 1063/22 het onderzoek ter zitting te heropenen om aanvullende vragen aan de uitvaardigende justitiële autoriteit te laten stellen. Deze vragen luiden als volgt:
Op welke wijze is de opgeëiste persoon op de hoogte gebracht van het (voorgenomen) proces in hoger beroep dat tot dit arrest heeft geleid?
Waaruit blijkt dat de opgeëiste persoon zijn advocaat heeft gemachtigd om hoger beroep in te stellen en namens hem de verdediging te voeren tijdens de procedure die tot dit vonnis heeft geleid?
Is aan de opgeëiste persoon medegedeeld dat de aan hem verstrekte adresinstructie ook op een eventuele procedure in hoger beroep ziet en, zo ja, op welke wijze is dat dan gebeurd?
5.Strafbaarheid
family lifeals bedoeld in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (hierna: het Handvest). De raadsman heeft daartoe aangevoerd dat de opgeëiste persoon samen met zijn partner een zoontje heeft van vier jaar oud die in Nederland woont en naar school gaat. De overlevering naar Polen en de daaropvolgende detentie maakt in deze situatie een ongerechtvaardigde inbreuk op het recht op
family life. De opgeëiste persoon zal namelijk na overlevering zijn vrouw en kind niet langer met regelmaat kunnen zien. Gedetineerd raken in Polen is volgens de raadsman anders dan in Duitsland, waar uit een recente uitspraak van de rechtbank blijkt dat het verweer werd verworpen omdat niet is gesteld of gebleken dat bezoek aan de opgeëiste persoon in Duitsland niet mogelijk zal zijn. [13]
family lifeals de beperking niet onevenredig is. De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat niet van onevenredigheid is gebleken, gelet op de tijdelijke aard van de beperking. Verder is niet gebleken dat de persoonlijke belangen van het kind vergen dat de overlevering niet kan worden toegestaan. De officier van justitie heeft ter onderbouwing verwezen naar een uitspraak van de rechtbank in een vergelijkbare zaak. [14]
8.Beslissing
SCHORSINGvoor onbepaalde tijd, teneinde de officier van justitie in de gelegenheid te stellen de uitvaardigende justitiële autoriteit nader te bevragen zoals hiervoor in rubriek 4 is overwogen;
15 juli 2025, opnieuw op zitting wordt aangebracht.