ECLI:NL:RBDHA:2015:44
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verlening omgevingsvergunning voor het bouwen van een spiltrap en de gevolgen voor privacy en woongenot
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 5 januari 2015 uitspraak gedaan in een geschil over de verlening van een omgevingsvergunning voor het bouwen van een spiltrap op het perceel van de vergunninghouder. Eiseres, die op het aangrenzende perceel woont, heeft bezwaar gemaakt tegen de vergunning, omdat zij vreest dat de spiltrap haar privacy en woongenot zal aantasten. De spiltrap, die een hoogte heeft van 3,63 meter, biedt toegang tot een balkon op de eerste verdieping van de woning van de vergunninghouder. Eiseres heeft aangevoerd dat de spiltrap zonder haar toestemming is geplaatst en dat deze een inbreuk vormt op haar privacy, omdat er vanaf de trap zicht is op haar perceel.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de spiltrap binnen twee meter van de grenslijn van het erf van eiseres is gelegen en dat er geen toestemming is verleend voor de bouw. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de spiltrap geen balkon of soortgelijk werk is in de zin van artikel 5:50 van het Burgerlijk Wetboek, omdat deze bedoeld is als brandtrap en niet als een plek om langdurig te verblijven. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen evidente privaatrechtelijke belemmering is voor de verlening van de omgevingsvergunning.
De rechtbank heeft verder overwogen dat de belangen van eiseres bij de verlening van de vergunning niet voldoende zijn meegewogen, maar dat dit gebrek is hersteld door haar te horen tijdens de hoorzitting. De rechtbank heeft geoordeeld dat de vergunning terecht is verleend, omdat de spiltrap voldoet aan de voorwaarden van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en dat er geen andere weigeringsgronden van toepassing zijn. Het beroep van eiseres is ongegrond verklaard.