7.2Uit artikel 4 van bijlage II bij het Bor komen voor verlening van een omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de wet waarbij met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a en onder 2°, van de wet van het bestemmingsplan of de beheersverordening wordt afgeweken, in aanmerking:
1. een bijbehorend bouwwerk of uitbreiding daarvan, mits, voor zover gelegen buiten de bebouwde kom, wordt voldaan aan de volgende eisen:
a. niet hoger dan 5 meter, tenzij sprake is van een kas of bedrijfsgebouw van lichte constructie ten dienste van een agrarisch bedrijf,
b. de oppervlakte niet meer dan 150 m²;
(…)
9. het gebruiken van bouwwerken, eventueel in samenhang met bouwactiviteiten die de bebouwde oppervlakte of het bouwvolume niet vergroten, en van bij die bouwwerken aansluitend terrein, mits, voor zover gelegen buiten de bebouwde kom, het uitsluitend betreft een logiesfunctie voor werknemers of de opvang van asielzoekers of andere categorieën vreemdelingen.
8. Volgens het ter plaatse geldende bestemmingsplan ‘Noord’ rust op het perceel de bestemming ‘kantoor’ met een maximum bouwhoogte van 6 meter en een maximum goothoogte van eveneens 6 meter. Tussen partijen is niet in geschil dat het bouwplan in strijd is met het bestemmingsplan ‘Noord’.
9.1.1Eisers menen dat verweerder ten onrechte toepassing heeft gegeven aan artikel 2.12, eerste lid, onder a en onder 2°, van de Wabo omdat het bouwplan is strijd is met het Bor. In dat verband betogen zij ten eerste dat de omgevingsvergunning in strijd met artikel 4, eerste lid en negende lid, van bijlage II bij het Bor is verleend. Daartoe voeren zij aan dat de derde woonlaag niet kan worden aangemerkt als een bijbehorend bouwwerk als bedoeld in het eerste lid omdat deze niet kan bijdragen aan de verwezenlijking van de planologische bestemming ‘kantoor’. Eisers menen bovendien dat in feite sprake is van nieuwbouw, waardoor geen vergunning voor de nieuw te bouwen derde woonlaag kan worden verleend. In dat verband verwijzen zij naar de uitspraken van de Afdeling van 9 november 2016, ECLI:NL:RVS:2016:2953, en van 21 maart 2018, ECLI:NL:RVS:2018:963. 9.1.2De Afdeling heeft in meerdere uitspraken overwogen dat de verscheidene onderdelen van artikel 4 van bijlage II bij het Bor in één omgevingsvergunning gecombineerd kunnen worden toegepast en dat het zo mogelijk is om tegelijkertijd een omgevingsvergunning te verlenen voor een bepaald gebruik, bedoeld in artikel 4, negende lid, van een bestaand hoofdgebouw en voor de bouw en het gebruik van een bijbehorend bouwwerk, bedoeld in artikel 4, eerste lid van bijlage II bij het Bor (zie bijvoorbeeld de uitspraken van 22 maart 2017, ECLI:NL:RVS:2017:744, en van 29 maart 2017, ECLI:NL:RVS:2017:819). 9.1.3In het licht van deze rechtspraak ziet de rechtbank geen aanleiding voor het oordeel dat in het onderhavige geval de derde bouwlaag noodzakelijkerwijs enkel kan worden vergund voor de verwezenlijking van de bestemming ‘kantoor’ zoals dat is neergelegd in het bestemmingsplan. Uit voormelde rechtspraak blijkt immers dat het mogelijk is een vergunning te verlenen voor de bouw en het gebruik van de derde bouwlaag ter verwezenlijking van het bij dezelfde omgevingsvergunning gewijzigde gebruik van het hoofdgebouw, in dit geval ‘wonen’.
9.1.4Evenmin ziet de rechtbank aanleiding voor het oordeel dat hier feitelijk sprake is van nieuwbouw en om die reden artikel 4, eerste en negende lid, van bijlage II bij het Bor niet kan worden gecombineerd. Daartoe overweegt de rechtbank dat de onderhavige situatie niet vergelijkbaar is met de situatie in de door eisers vermelde uitspraak van 21 maart 2018. De Afdeling heeft namelijk over de uitspraak van 21 maart 2018 overwogen dat daarin werd geoordeeld dat het aangevraagde bouwwerk niet als bijbehorend bouwwerk in de zin van artikel 4, eerste lid, van bijlage II bij het Bor kon worden aangemerkt, omdat er geen hoofdgebouw op het perceel aanwezig was (zie de uitspraak van 20 maart 2019, ECLI:NL:RVS:2019:876, o. 4.1). In dit geval – net zoals in het geval van de uitspraak van 20 maart 2019 – is wel een hoofdgebouw aanwezig, namelijk het kantoorpand.