ECLI:NL:RBDHA:2023:10159
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet tijdig beslissen op asielaanvraag en rechtsgeldigheid van verlenging beslistermijn
In deze zaak heeft eiser op 16 mei 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn asielaanvraag, die op 28 september 2022 was ingediend. De wettelijke beslistermijn van zes maanden zou eindigen op 28 maart 2023. Echter, met de inwerkingtreding van de WBV 2022/22 is deze termijn verlengd met negen maanden, waardoor de nieuwe einddatum op 28 december 2023 ligt. De rechtbank heeft eerder geoordeeld dat verweerder voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er op het moment van inwerkingtreding van de WBV 2022/22 sprake was van een situatie die de verlenging rechtvaardigde. Hierdoor was de ingebrekestelling van eiser op 1 mei 2023 te vroeg, aangezien de beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat het beroep van eiser tegen het uitblijven van een besluit op zijn asielaanvraag kennelijk niet-ontvankelijk is. Dit betekent dat de rechtbank niet verder ingaat op de inhoud van de asielaanvraag, omdat de procedure niet correct is gevolgd. Daarnaast is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, aangezien het beroep niet ontvankelijk is verklaard. De uitspraak is gedaan door mr. A.C.J. van Dooijeweert, rechter, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Eiser heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na de bekendmaking van deze uitspraak een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de beslissing.