ECLI:NL:RBDHA:2023:14805
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om terug te komen op eerdere beslissingen over WIA-uitkering en nieuw gebleken feiten
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 18 september 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Eiser, die een WIA-uitkering ontvangt, was het niet eens met de hoogte van zijn uitkering over de maanden mei 2014, mei 2015, december 2015, mei 2016 en december 2016. Hij had eerder bezwaar gemaakt tegen de beslissingen van verweerder, maar deze werden ongegrond verklaard. Eiser stelde dat er nieuwe feiten en omstandigheden waren die aanleiding gaven om de eerdere beslissingen te herzien, waaronder een brief van de Staatssecretaris en een wetswijziging in 2022. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er geen sprake was van nieuw gebleken feiten of omstandigheden die de eerdere beslissingen konden ondermijnen. De rechtbank concludeerde dat de argumenten van eiser in wezen herhalingen waren van eerdere stellingen die al in eerdere procedures waren behandeld. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond en wees de verzoeken om schadevergoeding en proceskostenveroordeling af. De uitspraak benadrukt het belang van nieuw gebleken feiten in bestuursrechtelijke procedures en de grenzen van herziening van eerdere beslissingen.