Voetnoten
1.Verdrag betreffende de status van vluchtelingen.
2.Uit dit artikel volgt dat als er ernstige redenen zijn om te veronderstellen dat iemand bijvoorbeeld een misdrijf tegen de vrede, een oorlogsmisdrijf of een misdrijf tegen de menselijkheid heeft begaan of een ernstig niet politiek misdrijf, de asielvergunning kan worden geweigerd.
3.Het procesverloop is opgenomen in bijlage 1 bij deze uitspraak.
4.AWB 23/386.
5.International Criminal Tribunal for Rwanda.
6.ICTR, J.P.Akaysu , ICTR-96-04, judgement, 2 september 1998, pagina 47 en verder.
7.Vreemdelingenwet 2000.
8.Immigratie- en Naturalisatiedienst.
9.Three genocide fugitives located in the Netherlands, gepubliceerd op 5 mei 2010.
10.Ze proberen met te destabiliseren, gepubliceerd op 14 augustus 2011 (ook gepubliceerd op de internetsite van journalist [journalist] op 16 augustus 2011 onder de titel ‘Ik heb nooit een dode gezien’).
13.Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
14.Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.
15.De besluiten van 22 januari 2014 en 21 september 2017.
16.Op grond van artikel 7:1a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
17.AWB 23/386.
18.Personal participation betekent dat de betrokkene op enige wijze bij het misdrijf persoonlijk betrokken is.
24.Een groep van Hutu-extremisten die vertrouwelingen waren van president Habyarimana.
25.Dit zijn lokale rechtbanken waar genocide verdachten worden berecht. Alleen de personen die worden verdacht van het plannen van de genocide worden niet op dit niveau berecht, die worden door de nationale rechtbanken berecht. Zie
28.Als bedoeld in artikel 8:29, vijfde lid, van de Awb.
29.Dit volgt ook uit ECLI:NL:RVS:2022:1267. Daar bekijkt de Afdeling eerst of het ambtsbericht voldoet aan de betrouwbaarheidseisen om pas daarna te kijken of er concrete aanknopingspunten zijn voor twijfel aan de inhoud. 30.Hier staan diverse bronnen vermeld.
31.Deze bijeenkomst komt aan de orde in de uitspraken van 1 december 2003, The prosecutor v. Juvénal Kajelijeli, ICTR-98-44A-T (Kajelijeli), 25 februari 2010, The prosecutor v. Ephrem Setako , ICTR-04-81-T ( Setako ) en 17 mei 2011, The prosecutor v. Augustin Ndindliyiman , Augustin Bizimungu , Francois-Xavier Nzuwonemeye , Innocent Sagahutu , ICTR-00-56-T ( Bizimungu en anderen).
32.Zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Trials Chamber van het ICTR, 17 mei 2011 30 juni 2014, The prosecutor versus Augustin Bizimungu , ICTR-00-56B A, Judgement, rechtsoverweging 56 tot en met 69 waarin de Trials Chamber uitgebreid toelicht waarom in die zaak niet kan worden uitgegaan van getuige GAP .
33.Thematisch ambtsbericht over mensenrechten en justitie in Rwanda, augustus 2016, pagina 40, voetnoot 327. Zie verder ook het Thematisch ambtsbericht over de ontwikkelingen ten aanzien van de vervolging, berechting en detentie van genocideplegers in en buiten Rwanda van november 2011.
34.Thematisch ambtsbericht Rwanda, juni 2023, paragraaf 3.4.4.
35.Volgens de Handleiding verhoor, A. van Amelsvoort en I. Rispens, achtste druk, pagina 90, komen gesloten vragen voort uit de gedachten en ideeën van de vraagsteller. Hiermee worden eigen ideeën getoetst. Ook bevatten gesloten vragen altijd informatie. Door de gesloten vraag kan de ander dan ook eenvoudig (onbewust) beïnvloed worden.
36.Op dit moment zijn prejudiciële vragen aanhangig bij het Hof van Justitie van de Europese Unie over de samenloop van vluchtelingschap en uitlevering, C-352/22. De verwijzend rechter wil weten of vluchtelingschap een beletsel vormt voor uitlevering. Deze vragen zijn nog niet beantwoord.
37.Artikel 29, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vw 2000.
38.Zie ook de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats ‘s-Hertogenbosch, van 14 februari 2020, rechtsoverweging 9.
39.Zie bijvoorbeeld het 1(F)-rapport pagina 51. Waarin de staatssecretaris verwijst naar getuigenverhoren in zaak ICTR-00-56-T. Uit de uitspraak, van 17 mei 2011, in deze zaak blijkt echter dat het ICTR diverse getuigen niet geheel betrouwbaar vond, zie r.o. 169 en verder en r.o. 182.
40.Zie bijvoorbeeld de in voetnoot 32 genoemde uitspraak van de Trial Chamber.
41.Zie 1(F)-rapport pagina 50 en verder. De rechtbank merkt in dit verband op dat de staatssecretaris in het 1(F)-rapport heeft verwezen naar niet werkbare hyperlinks. Eiser wordt in een getuigenverhoor van 20 april 2004 in de ICTR-98-44-T door een getuige genoemd.
42.1(F)-rapport pagina 45.
43.1(F)-rapport, pagina 45.
44.Zie voetnoot 25.
45.Kenmerk: KIG151102.0062.
46.Op grond van artikel 8:29 van de Awb
47.Voor de beoordeling van dit 8:29-verzoek hebben uitsluitend de rechter en griffier die de beslissing hebben genomen kennis genomen van deze stukken. Zij zijn niet bij de uitspraak op het beroep betrokken.
48.AWB 23/386
49.NL21.13476 (beroep) en NL21.13477 (voorlopige voorziening)